Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Hoofdstuk 3 paragraaf 3.1 deel 2
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
80 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen vandaag:
Leerdoelen tweede deel van paragraaf 3.1
Instructie tweede deel van paragraaf 3.1
Aan de slag met de opgaven (10 minuten)
Samenvatting (klassikaal)
Evaluatie leerdoelen
Afsluiting
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen van vandaag:
Na deze les ken ik het verschil tussen investeren en beleggen.
Ik kan na deze les de afschrijvingskosten berekenen.
Ik weet na deze les hoe ik de verkoopprijs en de consumentenprijs bereken.
Slide 3 - Diapositive
Wat is het verschil tussen investeren en beleggen?
Investeren
Beleggen
Dit is kopen van kapitaalgoederen zoals: gebouwen, machines, transportmiddelen.
Hiermee bedoelen we het kopen/verkopen van waardepapieren zoals: aandelen en obligaties.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Wat is het verschil tussen de verkoopprijs en de consumentenprijs?
Slide 6 - Diapositive
0
Slide 7 - Vidéo
consumentenprijs
De consumentenprijs is de prijs die jij betaalt voor een product in de winkel.
verkoopprijs + btw = consumentenprijs
Slide 8 - Diapositive
brutowinstmarge
verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge
Brutowinstmarge: het bedrag dat je optelt bij de inkoopprijs om de verkoopprijs te berekenen. Een deel daarvan gaat op aan bedrijfskosten.
Slide 9 - Diapositive
Verkoopprijs
Een brood heeft een inkoopprijs van € 1,25. De supermarkt hanteert een brutowinstmarge van 40%.
Bereken de verkoopprijs.
Slide 10 - Diapositive
Een brood heeft een inkoopprijs van € 1,25. De supermarkt hanteert een brutowinstmarge van 40% op de inkoopprijs
Bereken de verkoopprijs.
Slide 11 - Question ouverte
rekenen met btw
De verkoopprijs van een jas is € 125.
De btw is 21%.
De consumentenprijs (wat betaal je in de winkel):
€ 125 : 100 x 121
€ 125 : 100 x 21 = € 26,25
€ 125 + € 26,25 = € 151,25
Slide 12 - Diapositive
rekenen met btw
De consumentenprijs van een product is € 159,95.
De btw is 21%.
De verkoopprijs:
€ 159,95 : 121 x 100 = € 132,19
Slide 13 - Diapositive
Consumentenprijs
Op brood heft de overheid 9% btw.
Bereken de consumentenprijs van het brood.
Slide 14 - Diapositive
Op brood heft de overheid 9% btw.
Bereken de consumentenprijs van het brood.
Slide 15 - Question ouverte
Mag je ook gewoon 49% bij de inkoopprijs opdoen om de consumentenprijs te berekenen?
Slide 16 - Diapositive
Nee!
De 40% wordt berekend over € 1,25 terwijl de 9% wordt berekend over € 1,75
Slide 17 - Diapositive
Huiswerk voor de volgende keer:
Paragraaf 3.1 af.
Slide 18 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
De prijs
Janvier 2019
- Leçon avec
19 diapositives
par
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
6.3 Hoe maak je winst?
Décembre 2018
- Leçon avec
28 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
6.3 Winst of verlies?
Novembre 2018
- Leçon avec
26 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
3.3 Wat betaalt de consument?
Août 2018
- Leçon avec
35 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
BTW
Janvier 2019
- Leçon avec
28 diapositives
par
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
6.3 Winst of verlies? deel 2
Février 2019
- Leçon avec
20 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Vrijdag 1 april 3e les
Mars 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Leerjaar 3 Hst 5 les 3
Mars 2020
- Leçon avec
17 diapositives
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4