Hoofdstuk 6 paragraaf 3

Hoofdstuk 6

paragraaf 3

Winst of verlies?

1 / 24

Slide 1: Diapositive

EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

La durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6

paragraaf 3

Winst of verlies?

Slide 1 - Diapositive

Geef een voorbeeld van abstracte markt

Slide 2 - Question ouverte

Wanneer er veel aanbod is en weinig vraag dan ...... de prijs.

stijgt

daalt

Slide 3 - Quiz

Herhaling

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen 6.3

- Hoe je de brutowinst en nettowinst uitrekent

- Wat het verschil is tussen verkoopprijs en consumentenprijs

- Welke btw-tarieven er zoal zijn

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

De verkoopprijs van 1 horloge is €60. Bereken de omzet van 12 horloges.

Slide 8 - Question ouverte

aan de slag

blz 170

Maken opdracht 26 t/m 28

5 min in stilte

hierna rest van de uitleg

Slide 9 - Diapositive

Prijs berekenen

Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge

Consumentenprijs = verkoopprijs + btw

Slide 10 - Diapositive

Hoe bereken de brutowinstmarge?

De brutowinstmarge is 20 %, de inkoopprijs: €1,50
Brutowinstmarge berekenen: €1,50 / 100 X 20 = €0,30
Inkoopprijs: €1,50 +
Brutowinstmarge: €0,30
------------------------------------------
Verkoopprijs: €1,80

Slide 11 - Diapositive

Brutowinstmarge

Brutowinstmarge: het bedrag dat je optelt bij de inkoopprijs om de verkoopprijs te berekenen.

Inkoopprijs + brutowinstmarge = verkoopprijs

Slide 12 - Diapositive

Consumentenprijs

De consumentenprijs is de prijs die jij betaalt voor een product in de winkel.

verkoopprijs + btw = consumentenprijs

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Wat is de consumentenprijs?

verkoopprijs zonder btw

verkoopprijs

verkoopprijs met btw

inkoopprijs

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Rekenen met btw

De verkoopprijs van een jas is € 125.

De btw is 21%.

De consumentenprijs (wat betaal je in de winkel):

€ 125 : 100 x 121

€ 125 : 100 x 21 = € 26,25

€ 125 + € 26,25 = € 151,25

Slide 17 - Diapositive

aan de slag

blz 170

Maken opdracht 26 t/m 34

in stilte

Slide 18 - Diapositive

QUIZZZZ

Hou je rekenmachine bij de hand!

Slide 19 - Diapositive

Verkoopprijs is €100,-
BTW = 21%
Consumentenprijs = ...

Slide 20 - Question ouverte

Wat is juist?

omzet - verkoopwaarde = nettowinst

omzet - inkoopwaarde = nettowinst

omzet - bedrijfskosten = nettowinst

omzet - inkoopwaarde = brutowinst

Slide 21 - Quiz

Brood valt onder het volgende BTW-tarief:

0% BTW

9% BTW

21% BTW

BTW vrij

Slide 22 - Quiz

Wat is een ander woord voor afzet?

Slide 23 - Question ouverte

Rekenen!

blz 185

opdracht 10, 11, 12

10 minuten af!