2-3 Fasen en moleculen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

2-3 Fasen en moleculen

 Wat gaan we doen:

- Huiswerk   

   nabespreken.

- Uitleg en oef. met

   * Fasenovergangen

   * Kook en smeltpunt

   * omrekenen tussen 

      graden Celcius en 

      Kelvin

- Afsluiting

Wat heb je nodig:

- Werkboek, schrijfbehoeften en rekenmachine

Lesdoelen:

- Ik weet welke eigenschappen van een stof 

   veranderen als de temperatuur verandert.

- Ik begrijp de verandering omdat ik weet dat 

   stoffen uit kleine deeltjes bestaan.

- Ik ken de begrippen: Sublimeren, Rijpen,  

   condenseren, verdampen, smelten, 

   stollen.

- Ik kan omrekenen tussen graden 

   Celsius en Kelvin.

Fasenovergangen

Smeltpunt en kookpunt

De temperatuur waarbij een vaste stof over gaat 

naar een vloeistof noemen we een smeltpunt. 

Het smeltpunt van water is 0^o.

De temperatuur waarbij een vloeistof over gaat 

naar een gas heet het kookpunt. 

Het kookpunt van water is 100^o.

Dit is niet toeval. Het smeltpunt en kookpunt van water is gebruikt om onze thermometer te ijken.

Tijdens het stollen of smelten 

is de temperatuur constant.

BiNaS

BINAS tabel 15, 16 en 17 staan de smeltpunten en kookpunten van enkele stoffen. Temperatuur staat hier in kelvin (K) in plaats van graden Celsius (^oC).

Maak opdrachten (57 - 59; 64 - 67)

Graden Celcius en Kelvin

0 K (of dan -273 ^oC) is het absolute nulpunt. Een koudere temperatuur dan dit is niet mogelijk.

Moleculen en faseovergangen

Moleculen hebben de volgende eigenschappen

- Iedere stof heeft zijn eigen soort moleculen

- Een molecuul is het kleinste deeltje van een stof

- Moleculen bewegen altijd en bewegen sneller 

     als de temperatuur warmer is

- Moleculen trekken elkaar aan. Hoe dichter ze op elkaar zitten 

     hoe sterker ze elkaar aantrekken

- Tussen de moleculen is er ruimte. In de ruimte zit niets.

Faseovergang

Beschrijf faseovergangen altijd aan de hand van:

- Beweging van moleculen

- Aantrekking tussen moleculen

- Afstand tussen moleculen

Oefenopdrachten (73-76)

Zelfstandig oefenen

Maak opdrachten 

53-56; 60-63, 69-72

in de digitale methode