203 - 3M

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

1. Berg je telefoon op

2. Pak je spullen:

- Boek

- Device

- Potlood

Faseovergangen

Wat weet je al over fasen van stoffen, en faseovergangen?

Wat weet je al over fasen van stoffen, en faseovergangen?

vloeibare fase

gasfase

condenseren

verdampen

vloeibare fase

vaste fase

smelten

stollen

vaste fase

gasfase

rijpen

sublimeren

Welke fasenovergang zie je op de afbeelding?

1. Verdampen
2. Smelten
3. Condenseren
4. Stollen

Welke fasenovergang zie je op de afbeelding?

1. Verdampen
2. Smelten
3. Condenseren
4. Stollen

Welke faseovergang zie je op de afbeelding?

1. Verdampen
2. Smelten
3. Condenseren
4. Rijpen

Welke faseovergang zie je op de afbeelding?

1. Verdampen
2. Smelten
3. Condenseren
4. Rijpen

Welke faseovergang zie je in het plaatje?

1. Verdampen
2. Condenseren
3. Sublimeren
4. Koken

Sleep de faseovergang naar het juiste nummer in de afbeelding

condenseren

sublimeren

smelten

stollen

rijpen

verdampen

Aan de slag

Opdracht 

53 t/m 56

klaar?

Lees 2.3

Maak 60 t/m 63

of

Smeltpunt en kookpunt

Smeltpunt en kookpunt

Binas 16 en 17 

Kelvin

(K)

Celsius (°C)

-273

+273

Voorbeeld:

0 K = 273 °C

100°C = 373 K

423 K = 150 °C

Reken om naar graden Celcius:
308 K

1. 35 °C
2. 545 °C
3. 71 °C
4. 581 °C

Reken om naar graden Celcius:
197 K

1. -40 °C
2. -76 °C
3. 434 °C
4. 470 °C

Reken om naar Kelvin:
37 °C

1. - 236 K
2. -200 K
3. 274 K
4. 310 K

Reken om naar Kelvin:
0 °C

1. 273 K
2. 237 K
3. -273 K
4. -237 K

Kookpunt

Smeltpunt

Aan de slag

Opdracht 

60 t/m 63 en 69

klaar?

Lees 2.3

70, 71, 72, 76

of

                                     308                      157

zeewater

     

                                     630                        234

  olijfolie

     

68

69

Moleculen en faseovergangen

Fasen

phet.colorado.edu

Waterdamp

Vloeibaar

water

sneeuw en ijs

door verwarming

het kan stollen en verdampen

door 

afkoeling onder nul

verdampt

gesmolten of gecondenseerd

stollen

Bij welke fase bewegen de deeltjes het snelst?

1. Vast
2. Vloeistof
3. Gas
4. Ze bewegen altijd even snel

In welke fase hebben de moleculen de minste bewegingsvrijheid?

1. gasvormige fase
2. vaste fase
3. vloeibare fase

Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.

Smelten

Stollen

Condenseren

Sublimeren

Rijpen

Verdampen

gas

vloeistof

vaste stof

Aan de slag

Opdracht 

70, 71, 72, 76

klaar?

Lees 2.4

78, 79, 80

of

70

71

72

verdampen

condenseren

stollen

smelten

rijpen

sublimeren

Aan de slag

Lees 2.4

78, 79, 80

of