H2 U4 les 6

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Salut H2!

Le 8 février, 2024

BIENVENUE

- prenez vos livres

Lesdoelen/buts

- ik ken de wederkerende werkwoorden 

- ik kan een wederkerend werkwoord vervoegen 

Qu'est -ce qu'on va faire?

• quiz
• bespreken grammaire 2 (ex 16)
• maken online grammaire 2 menu au choix
• apprendre 6 

Het wederkerend werkwoord herken je aan

1. -er
2. se
3. -oyer
4. leur

wederkerend werkwoord

vertaal: je me lave

1. ik was
2. jij wast
3. ik was me
4. jij wast je

wederkerend werkwoord

vertaal: je m'habille

1. ik kleed me aan
2. jij kleedt je aan
3. ik kleedde me aan
4. jij kleedde je aan

Wederkerende werkwoorden.

vous ___ lavez .

1. vous
2. nous
3. te
4. me

Wederkerende werkwoorden:
hij staat op (opstaan = se lever)

1. il te lève
2. il se lève
3. il te lèves
4. il se lèves

Wederkerend werkwoord, présent:
Nous (se réveiller)

1. nous se réveillons
2. nous réveillons se
3. nous réveillons nous
4. nous nous réveillons

De passé composé kent bij wederkerende werkwoorden het hulpwerkwoord ?

1. Être
2. Avoir
3. Faire
4. Aller

Wederkerende werkwoorden:
zij zijn naar bed gegaan
(naar bed gaan = se coucher)

1. il s'est couché
2. il s'est couchés
3. ils se sont couché
4. ils se sont couchés

Wederkerende werkwoorden:
zij zijn niet naar bed gegaan
(naar bed gaan = se coucher)

1. il ne s'est pas couché
2. il ne s'est pas couchés
3. ils ne se sont pas couché
4. ils ne se sont pas couchés

les devoirs

-  ler apprendre 6 

- herhalen apprendre 5

- maken §4.5 online menu au choix

Afsluiters grammatica

leerdoel behaald?

- ik ken de wederkerende werkwoorden

- ik kan een wederkerend werkwoord vervoegen