Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grammatica terugblik ww + zinsontleding 2bkt1
Welkom
Terugblik
Taalverzorging H4
Nederlands
Wat heb je nodig?
Leesboek
Laptop, lesboek+schrift
timer
2:00
1 / 28
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Cette leçon contient
28 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welkom
Terugblik
Taalverzorging H4
Nederlands
Wat heb je nodig?
Leesboek
Laptop, lesboek+schrift
timer
2:00
Slide 1 - Diapositive
Lesprogramma
*Jeugdjournaal kijken
*terugblik zinsontleding (kgt + th)
*vragen stellen toets morgen
*Zelfstandig werken
Slide 2 - Diapositive
timer
10:00
Jeugdjournaal kijken
Slide 3 - Diapositive
Toets Taalverzorging H3 + H4
Donderdag 23 maart 2023
Slide 4 - Diapositive
Vandaag terugblik (kgt + th):
Na deze les kun je onderstaande zinsdelen benoemen:
-Persoonsvorm
- Werkwoordelijk gezegde
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Persoonsvorm
De persoonsvorm kun je op drie manieren vinden in een zin:
1. De zin vragend maken
2. De tijd in de zin veranderen
3. Het aantal in de zin veranderen
Ik loop naar school.
Loop
ik naar school?
Ik
liep
naar school.
Wij liepen
naar school.
Slide 7 - Diapositive
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Elke vrijdagavond hang ik lekker op de bank
A
ik
B
hang
C
op de bank
D
elke vrijdagavond
Slide 8 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Sturen jullie ook altijd kerstkaarten?
A
jullie
B
kerstkaarten
C
Sturen
Slide 9 - Quiz
Heel werkwoord
Het hele werkwoord noemen we ook wel de
infinitief
De hele werkwoorden staan in de tegenwoordige tijd in het meervoud en eindigen meestal op een -n
Bijvoorbeeld: lopen, fietsen, slapen, eten
Slide 10 - Diapositive
Welke zinsdelen ken je allemaal?
Slide 11 - Carte mentale
Zinsdelen
1. werkwoordelijk gezegde
2. onderwerp
3. lijdend voorwerp
4. meewerkend voorwerp
Slide 12 - Diapositive
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 13 - Question ouverte
Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden in de zin?
Slide 14 - Question ouverte
Het onderwerp
Het onderwerp is altijd een persoon, een dier of een zaak. Het is datgene waar het in de zin om gaat.
Je vindt het onderwerp door te vragen:
Wie/wat + persoonsvorm.
Voorbeeld: Ik loop naar school.
De persoonsvorm is "loop".
Wie loopt? Ik. "Ik" is dus het onderwerp.
Slide 15 - Diapositive
Wat is het onderwerp in de volgende zin?
Jan en Henk fietsen naar huis.
A
Jan
B
Henk
C
Jan en Henk
D
huis
Slide 16 - Quiz
Wat is het onderwerp in de volgende zin.
Gisteren heeft hij een spelletje gespeeld.
A
Gisteren
B
een spelletje
C
heeft
D
hij
Slide 17 - Quiz
Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp te vinden?
Slide 18 - Question ouverte
Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp vind je door de vraag te stellen: Wie/wat + persoonsvorm/werkw.gez + onderwerp?
Voorbeeld
Mark gaf mij gisteren een cadeautje.
- Persoonsvorm:
Gaf
Mark mij gisteren een cadeautje?
- Onderwerp: Wie gaf?
Mark
- Lijdend voorwerp: Wat +gaf+ Mark?
een cadeautje
Slide 19 - Diapositive
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Marjan heeft vandaag appels gekocht.
A
vandaag
B
appels
C
Marjan
D
heeft gekocht
Slide 20 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Morgen krijg ik een nieuwe fiets.
A
Morgen
B
krijg
C
ik
D
een nieuwe fiets
Slide 21 - Quiz
Meewerkend voorwerp
Het meewerkend voorwerp herken je doordat er "aan" voor staat of ervoor gezet kan worden.
Je vindt het door te vragen:
Aan wie+persoonsvorm+onderwerp+lijdend voorwerp (+werkwoordelijk gezegde)?
Slide 22 - Diapositive
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
Zin:
Marjan
had
een mooi gedicht
voor haar opa
geschreven.
Slide 23 - Question de remorquage
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
Zin:
Gisteren
bracht
ze
een goed boek
voor mij
mee.
Slide 24 - Question de remorquage
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vw
ww gezegde
meewerkend vw
Zin:
De ober
heeft
de jas
aan de klant
gegeven.
Slide 25 - Question de remorquage
Vragen toets morgen
Slide 26 - Diapositive
Zelfstandig werken: kgt + th
Je werkt zelfstandig verder aan de opdrachten van:
KGT +TH :
H4/Taalverzorging/ Meewerkend voorwerp
online of in je boek blz. 112
Slide 27 - Diapositive
Huiswerk woensdag a.s.
Je maakt de opdrachten bij je gelezen tekst.
Keuze uit testen:
-Eiffeltoren
-Vrijheidsbeeld
Klaar? je schrijft een weetje over een bijzonder bouwwerk.
Slide 28 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Grammatica terugblik ww + zinsontleding 2bkt2
Mars 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Oefeningen woordsoorten + zinsleer
Octobre 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
2b/k zinsdelen tot en met meewerkend voorwerp
Mars 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Zinsdelen herhaling M3
Octobre 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
Meewerkend voorwerp
Avril 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
lijdend en meewerkend voorwerp
Mars 2020
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica zinsontleding
Janvier 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Grammatica zinsdelen mv
Mai 2020
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2