2.2 Communisme / Kapitalisme

2.2 Communisme / Kapitalisme
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2.2 Communisme / Kapitalisme

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Ik kan argumenten verzinnen bij mijn mening. 
  2. Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een planeconomie en een kapitalistische vrijemarkteconomie. 



Slide 2 - Diapositive

Discussiëren en debatteren
Deze periode gaan we discussiëren en debatteren.
De belangrijkste vaardigheden
luisteren
reageren
beargumenteren

Slide 3 - Diapositive

In Nederland is er heel veel geld. Wat vind jij belangrijker: Dat iedereen zelf zijn eigen geld verdiend of dat het geld eerlijk verdeeld wordt?
  • Schrijf voor jezelf op wat jij vindt en minstens 3 redenen waarom je dit vindt.
  • Vergelijk dan je antwoord met een klasgenoot. Hebben jullie dezelfde mening en wat zijn diens argumenten. 
  • Als jullie dezelfde mening hebben verzin dan samen ook argumenten voor de andere kant. 
  • We gaan als klas de beste argumenten voor beide kanten verzamelen. 

Slide 4 - Diapositive

Stappenplan deze les.
  • Lees eerst de tekst bij paragraaf in je boekje. 
  • Bekijk de filmpjes en maak de vragen in de lessonup.
  • Beantwoord de vragen in het boekje. 
  • Werk het leerdoel bij deze les uit in je schrift. 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Wie is Karl Marx?
A
De bedenker van het Communisme
B
De leider van de Sovjet Unie
C
De president van Amerika
D
De winnaar van de beste baarden wedstrijd

Slide 7 - Quiz

In welke tijd bedacht Karl Marx het communisme.
A
tijdens de Tweede Wereldoorlog
B
tijdens de Industriële Revolutie.
C
tijdens de Middeleeuwen
D
tijdens de Verlichting.

Slide 8 - Quiz

Wat vond Marx oneerlijk?
A
Dat de directeuren sigaren konden roken
B
Dat de arbeiders moesten werken
C
Dat er sigaren waren.
D
Dat dat directeuren veel meer geld hadden dan de arbeiders.

Slide 9 - Quiz

Bij het communisme:
A
Zijn er grote verschillen tussen arm en rijk.
B
Wordt gestreefd naar een maatschappij van gelijkheid.
C
Worden andere rassen als minderwaardig gezien.
D
Zijn bedrijven in handen van particuliere ondernemers.

Slide 10 - Quiz

Wie moesten er volgens Marx de bedrijven in handen hebben?
A
de staat
B
de mensen
C
de directeuren
D
de rijke mensen

Slide 11 - Quiz

Als de staat de bedrijven in handen heeft dan zou (volgens Marx):
A
mensen niet meer hoeven werken
B
iedereen een baan hebben.
C
het geld eerlijker verdeeld worden.
D
er grote verschillen komen in inkomen.

Slide 12 - Quiz

In welk jaar en door wie kwam het communisme in de Sovjet Unie.
A
1917, Lenin
B
1945, Stalin
C
1917, Gorbatsjov
D
1945, Marx

Slide 13 - Quiz

Leg uit of het communisme in de Sovjet Unie werkte zoals Marx het bedoeld had.

Slide 14 - Question ouverte

Schrijf nu in je eigen woorden op wat het communisme is.

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Vidéo

Waar draait kapitalisme om.
A
eerlijkheid
B
vrijheid
C
geld
D
werken

Slide 17 - Quiz

Wie beschreef als eerste het kapitalisme?
A
Karl Marx
B
Adam Smith
C
Lenin
D
Uncle Sam

Slide 18 - Quiz

Wat is de drijfveel van alle mensen volgens Adam Smith.
A
vrijheid
B
geld
C
goede cijfers halen
D
eigenbelang

Slide 19 - Quiz

Wat is een vrije markt economie
A
dat iedereen zelf mag bepalen wat hij produceert en de beste verdient het meeste geld.
B
dat de staat bepaald wat er wordt geproduceerd en iedereen evenveel verdient.

Slide 20 - Quiz

Moet de overheid zich in een vrije markt economie bemoeien met de economie?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

Wat is het probleem dat kan ontstaan in het kapitalisme
A
vrijheid
B
geen vrijheid van meningsuiting
C
ongelijkheid
D
vies brood

Slide 22 - Quiz

Schrijf nu in je eigen worden op wat het kapitalisme is.

Slide 23 - Question ouverte

Welke van de onderstaande soorten economie  hoort bij het communisme en welke hoort bij het kapitalisme?
Planeconomie
Vrijemarkteconomie
Communisme
Kapitalisme

Slide 24 - Question de remorquage

COMMUNISME
KAPITALISME
VRIJHEID
GELIJKHEID
SMITH
MARX

Slide 25 - Question de remorquage

Waarvoor zou je kiezen communisme of kapitalisme? Leg je antwoord uit.

Slide 26 - Question ouverte