Les1: Kapitalisme vs Communisme

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Communisme

Slide 2 - Carte mentale

Kapitalisme

Slide 3 - Carte mentale

Kijkvragen:
  • Wat merkte Karl Marx op over de productiemiddelen?
  • Wat is kapitalisme?
  • Wat is een belangrijk kenmerk van het communisme?
  • Hoe ontstond het communisme?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Gebruik de video van net én Google.
Geef een korte en duidelijk definitie van het begrip 'kapitalisme'.

Slide 6 - Question ouverte

Wat zijn de drie soorten productiemiddelen?

Slide 7 - Question ouverte

Wat merkte Karl Marx op over de productiemiddelen?

Slide 8 - Question ouverte

Kapitalisme
  • Productiemiddelen (kapitaal) is eigendom van kleine groep (rijke) mensen: kapitalisten.
  • Geen bemoeienis vanuit de overheid.
  • Arbeiders werken voor lage lonen voor de kapitalisten en maken producten.
  • Producten worden verkocht met  zo veel mogelijk winst.

Slide 9 - Diapositive

Hoe noemde Karl Marx dit fenomeen?
A
Communisme
B
Narcisme
C
Socialisme
D
Kapitalisme

Slide 10 - Quiz

Op welke manier is dat pure kapitalisme veranderd als je vergelijkt met nu?

Slide 11 - Question ouverte

Kapitalisme nu
  • Meer invloed van de overheid
  • Minimum lonen en arbeidsvoorwaarden
  • Meer oog voor welzijn van de arbeiders

Slide 12 - Diapositive

Wat is een belangrijk kenmerk van het communisme?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe ontstond het communisme?
A
De arbeiders kwamen in opstand
B
Een overheid nam controle over de productiemiddelen
C
Alle productiemiddelen werden gekocht door fabriekseigenaren
D
Mensen lieten schapen grazen op hun velden

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Planeconomie 

De overheid bepaald wat er geproduceerd wordt.

Leverde relatief minder welvaart op.
Vrijmarkteconomie 

Productie volgens de wet van vraag en aanbod.

Leverde relatief meer welvaart op.

Slide 16 - Diapositive

Sleep de onderdelen naar de juiste plaats!
Kapitalisme
Communisme
Vrijemark
economie
Plan
economie
Oost
West

Slide 17 - Question de remorquage

Vrijemarkteconomie
Planeconomie
Kapitalisme
Communisme
Productie wordt door de staat geleid
Productie wordt geregeld door particuliere bedrijven

Slide 18 - Question de remorquage

In welke delen van Europa is de welvaart het grootst?
A
Oost- en Zuid-Europa
B
Noord- en West-Europa
C
Noord- en Oost Europa
D
Zuid- en West Europa

Slide 19 - Quiz

In welk deel van Europa hebben ze lang te maken gehad communisme?
A
Noord-Europa
B
Oost- Europa
C
Zuid-Europa
D
West-Europa

Slide 20 - Quiz

Hoe heette tot 1989 de grens tussen Oost-Europa en West-Europa?
A
de IJzeren muur
B
het IJzeren gordijn
C
Oost-West scheiding
D
grens van 1989

Slide 21 - Quiz

Welke landen in Europa zijn het rijkst?
A
Oost Europese landen
B
West Europese landen

Slide 22 - Quiz

Opdracht
timer
10:00

Slide 23 - Diapositive