H5 licht samenvatting en quiz

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Practicum

Wanneer breekt een lichtstraal en wanneer weerkaatst een lichtstraal?

Aandachtspunt:

 Richt de lichtstraal!

lichtstralen

een lichtstraal is altijd een rechte lijn.

Randstralen

= Lichtstralen

Zichtlijnen

GEEN lichtstralen

lichtstraal

teruggekaatste lichtstraal tekenen.

Lichtstralen

Lichtspectrum

Verdiepend: lichtspectrum

Is een rode tomaat altijd rood of een gele banaan altijd geel?

Voorwerpen kaatsen licht terug, maar alleen de eigen kleur. Daardoor zie je bijvoorbeeld de groene kleur van gras omdat alleen de groene kleur uit het lichtspectrum terugkaatst.

Spiegelwet

Spiegelwet

Spiegelbeeld 

• Spiegelbeeld is een virtueel beeld (niet echt)
  

• Voorwerpafstand = afstand van beeld tot spiegel

• Beeldafstand = afstand van spiegelbeeld tot spiegel

Voorwerpafstand = beeldafstand

Spiegelbeelden zien

Spiegelbeeld:

Virtueel beeld wat achter de spiegel is niet echt.

InfraRood en UltraViolet

Positieve en negatieve lenzen

positieve: bolle lenzen --> werken convergerend

negatieve: holle lenzen --> werken divergerend

Positieve lenzen:

Deze zijn in het midden het 

dikst en hebben een vergrotende werking  (bolle lenzen).

Negatieve lenzen:

In midden dunst en hebben een verkleinende werking  (holle lenzen).

Lenzenformule

Met behulp van constructie kun je de beeldafstand, voorwerpafstand of brandspuntsafstand van een lens bepalen.

Hoofdstuk 5 P3

De drie constructie lijnen kan je dus gebruiken om een beeld te maken

• Bijziend
• Verziend
• Holle lenzen
• Bolle lenzen 

Basisstof 3 - Ogen 

Accommoderen (scherp stellen)

Bijziendheid

2

4

3

5

1

Bijziendheid

1

Verziendheid

2

1

Verziendheid

2

4

3

5

1

Wat gebeurt er met zichtbaar licht dat op een zwart gordijn valt?

1. Het wordt doorgelaten
2. Het wordt geabsorbeerd
3. Het wordt weerkaatst

Waaruit bestaat wit licht?

1. Geen enkele kleur.
2. Alle kleuren van de regenboog.
3. Wit licht bestaat niet
4. Dat kan verschillend zijn

De schaduw aan de linker en rechterkant noem je

1. Kernschaduw
2. Lichtschaduw
3. Halfschaduw
4. Randstralen

Wat houdt de spiegelwet in?

1. Hoek van inval = van de normaal af
2. Hoek van inval = naar de normaal toe
3. Hoek van reflectie = naar de normaal toe
4. Hoek van inval = hoek van terugkaatsing

Een spiegelbeeld is een virtueel beeld.
Wat betekent ‘virtueel beeld’?

1. Het beeld bestaat alleen in de spiegel.
2. Het beeld is gelijk aan de werkelijkheid.
3. Het beeld is verkleind en staat op zijn kop.
4. Het beeld is zichtbaar op een scherm.

[53] Welke kleur heeft het filter bij B?

1. Wit filter
2. Zwart filter
3. Rood filter
4. Paars filter

wat gebeurt er met de kleuren licht die niet door een filter worden doorgelaten?

1. deze worden door het filter weerkaatst
2. deze worden door het filter geabsorbeerd
3. deze krijgen de zelfde kleur als het filter

Zwarte voorwerpen absorberen licht:

1. heel goed en blijven daardoor lang koel.
2. heel goed en worden daardoor snel warm.
3. heel slecht en blijven daardoor lang koel.
4. heel slecht en worden daardoor snel warm.

Welke 2 soorten licht van het spectrum kunnen we niet zien?

1. We kunnen alle soorten licht zien.
2. IR en UR
3. IR en UV

Welke straling voel je als warmte?

1. Infrarode straling
2. UV straling
3. UV + Infrarode straling
4. Zichtbaar licht

Wat is een Infrarood lamp?

1. Een lamp om bruine huid van te krijgen
2. Een lamp om warmte mee te geven
3. Een lamp om mee te spiegelen
4. Een lamp om zwart licht mee te schijnen

Zie de lenzen hiernaast.

1. Beiden zijn positief.
2. Beide zijn negatief.
3. A = positief en B = negatief
4. A = negatief B = positief

Welke lenzen zijn
positieve lenzen?
Er zijn meer antwoorden mogelijk.

1. A
2. B
3. C
4. D

Om bij een bolle lens het beeld te construeren, moet je eerst de lichtstraal tekenen die door ....... van de lens gaat.

1. de bovenkant
2. de onderkant
3. het brandpunt
4. het midden.

Stappenplan en randvoorwaarden om beeld te construeren bij positieve lenzen.

Stappenplan en randvoorwaarden voor het construeren van virtueel beeld.

Verziend en bijziend

1. Verziend: ver onscherp en dichtbij onscherp
2. Bijziend: veraf scherp en dichtbij onscherp
3. Verziend: veraf onscherp en dichtbij scherp
4. Bijziend: veraf onscherp en dichtbij scherp

Een oogafwijking kan hersteld worden mbv bril of lenzen
Welk oog (1 of 3) hoort bij iemand die moeite heeft met lezen?
Is deze persoon dan verziend of bijziend?
En met welke bril (A of B) kan zij toch weer goed lezen?

1. oog = 1 verziend bril = B
2. oog = 2 verziend bril = B
3. oog = 1 bijziend bril = B
4. oog = 2 bijziend bril = A