Brugklas Werkwoordspelling H6

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom

Lesdoelen 

- Je leert over werkwoordsvormen en werkwoordstijden

Werkwoordsvormen en -tijden

Alle werkwoorden hebben verschillende werkwoordsvormen en werkwoordstijden

Denken

Denken

Denkt

Dacht

Denkend

Gedacht

Denk

Dachten

Schrijf op van het werkwoord spieken

- infinitief

- persoonsvorm tegenwoordige tijd

ik.... 

- persoonsvorm verleden tijd

ik….

- voltooid deelwoord

- onvoltooid deelwoord

Spieken
- infinitief
- persoonsvorm tegenwoordige tijd ik....
- persoonsvorm verleden tijd ik...

Spieken
- voltooid deelwoord
- onvoltooid deelwoord

Werkwoordstijden

1.  o.t.t.: onvoltooid tegenwoordige tijd  

Ik eet een appel.                                       Ik ga naar de stad. 

2. o.v.t.: onvoltooid verleden tijd  

Ik at een appel.                                          Ik ging naar de stad. 

3. v.t.t.: voltooid tegenwoordige tijd  

Ik heb een appel gegeten.                   Ik ben naar de stad gegaan. 

4. v.v.t.: voltooid verleden tijd  

Ik had een appel gegeten.                    Ik was naar de stad gegaan.

De meisjes wonnen van de jongens met basketbal.

1. ott
2. ovt
3. vtt
4. vvt

Haar broertje heeft de hele nacht gehuild.

1. ott
2. ovt
3. vtt
4. vvt