Peerfeedback en versie 2 verbeteren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Lesdoelen

- Je weet wat de planning is voor het afronden van het portfolio schrijfvaardigheid

- Je geeft en krijgt feedback op de informatieve tekst

- Je verbetert versie 2 van jouw informatieve tekst

- Je leert over werkwoordsvormen en -tijden

Lesprogramma

- Welkom (5 min)

- Lezen (10 min)

- Planning en instructie feedback geven (10 min)

- In tweetallen en zelfstandig werken: feedback geven en versie 2 (35 min)

PAUZE

- Lezen (10 min)

- Terugblikquiz: spelling bn (10 min)

- Uitleg ww-spelling H6: werkwoordsvormen en -tijden (10 min)

- Zelfstandig werken: opdrachten / portfolio /keuzeopdracht bij boek (30 min)

- Afsluiting (5 min)

Planning portfolio schrijfvaardigheid

- Woensdag 1 juni: feedback geven/krijgen en schrijven versie 2

- Donderdag 2 juni: is dit af

- Woensdag 8 juni: docentfeedback verwerken en definitieve versie schrijfopdracht schrijven

- Donderdag 9 juni: eindreflectie 

- Woensdag 15 juni: DEADLINE portfolio (hierna ga ik beoordelen wat in Teams staat)

Feedback

Wat gaat goed en wat gaat beter

Feedbackformulier

Hoe geef je goede feedback

Zelfstandig werken

1. Geef goede feedback m.b.v. het feedbackformulier 

2. Neem de feedback die jij krijgt goed door en stel eventuele vragen

3. Verbeter jouw tekst in Versie 2

4. Neem alles wat je tot nu toe gedaan hebt, nog eens goed door. Vul het zo nodig aan.

5. Werk verder aan jouw keuzeopdracht bij het boek

 

Kahoot

Werkwoordsvormen en -tijden

Alle werkwoorden hebben verschillende werkwoordsvormen en werkwoordstijden

Denken

Denken

Denkt

Dacht

Denkend

Gedacht

Denk

Dachten

Schrijf op van het werkwoord spieken

- infinitief

- persoonsvorm tegenwoordige tijd

ik.... , jij, hij, zij, het ......., wij......

- persoonsvorm verleden tijd

ik, jij, hij.....,  wij.....

- voltooid deelwoord

- onvoltooid deelwoord

Werkwoordstijden

1.  o.t.t.: onvoltooid tegenwoordige tijd  

Ik eet een appel.                                       Ik ga naar de stad. 

2. o.v.t.: onvoltooid verleden tijd  

Ik at een appel.                                          Ik ging naar de stad. 

3. v.t.t.: voltooid tegenwoordige tijd  

Ik heb een appel gegeten.                   Ik ben naar de stad gegaan. 

4. v.v.t.: voltooid verleden tijd  

Ik had een appel gegeten.                    Ik was naar de stad gegaan.

Aan de slag

1. Zorg eerst dat jouw portfolio in orde is: gegeven feedback, ontvangen feedback en Versie 2 is verbeterd na de feedback

2. Maak de opdrachten van de Planning  (H6 Spelling werkwoorden )

3. Klaar?: werk verder aan de keuzeopdracht bij het boek