Paragraaf 4.2 - Zien en horen

4.2 Zien en horen
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen hoe je ogen worden beschermd
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 135 min

Éléments de cette leçon

4.2 Zien en horen
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen hoe je ogen worden beschermd

Slide 1 - Diapositive

4.2 Zien en horen
Welke delen beschermen je ogen?
(Bron 1 & Bron 2, blz. 13)

  • Oogkassen > bevat vetweefsel en oogspieren, houden ogen op hun plaats
  • Traanklieren > maken traanvocht
  • Traanvocht > voorkomt uitdroging van oog, doodt ziekteverwekkers en neemt stof en vuiltjes op
  • Traanbuisjes > voeren traanvocht af, gaat via de neus naar de keel
  • Oogleden > door knipperen verspreid traanvocht over de ogen
  • Wimpers en wenkbrauwen > houden stof en zweet tegen



Slide 2 - Diapositive

4.2 Zien en horen
  • Wat? Maken 4.2 – Opdracht 1 t/m 8
  • Hoe? Blz. 12 t/m 14
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 8 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 3 - Diapositive

4.2 Zien en horen
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt delen van het oog in een afbeelding benoemen en de werking van het oog beschrijven
  • Je kunt uitleggen hoe je ogen steeds genoeg licht krijgen

Slide 4 - Diapositive

4.2 Zien en horen
Hoe werken je ogen?


  • Harde oogvlies > buitenste laag, beschermt je oog
    - aan de voorkant is het doorzicht, dit is je hoornvlies
  • Vaatvlies > middelste laag, bevat bloedvaatjes om oog van voedingsstoffen te voorzien
    - voorkant vaatvlies is gekleurd > de iris
    - in het midden een opening > de pupil, hierdoor komt licht het oog binnen
  • Netvlies > binnenste laag, hier bevind zich het lichtzintuig
    - aan de achterkant van het oog zit de oogzenuw (sturen impulsen naar hersenen)
  • Lens > achter de pupil, zorgt voor een scherp beeld op het netvlies
  • Glasachtig lichaam > rest van de oogbol is gevuld met een soort doorzichtige gel
  • Oogspieren > zorgen ervoor dat het oog kan ronddraaien
  • Oogzenuw > stuurt impulsen naar de hersenen

Slide 5 - Diapositive

4.2 Zien en horen
Volgorde van licht dat je oog binnenkomt


Slide 6 - Diapositive

4.2 Zien en horen
Waardoor krijgen je ogen steeds genoeg licht?

  • Pupilreflex
    - groter en kleiner maken van je pupillen

    - afhankelijk van hoeveelheid licht
    + veel licht > pupil kleiner
    + weinig licht > pupil groter

    - bescherming van netvlies bij te veel licht







Slide 7 - Diapositive

4.2 Zien en horen
  • Wat? Maken 4.2 – Opdracht 12 t/m 18
  • Hoe? Blz. 18 t/m 21
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 12 t/m 18 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 8 - Diapositive

4.2 Zien en horen
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt delen van het oor in een afbeelding benoemen en de werking van het oor beschrijven

Slide 9 - Diapositive

4.2 Zien en horen
Hoe werken je oren? (Bron 7, blz. 19)

  1. Geluiden zijn trillingen;
  2. Trillen via de oorschelp naar de gehoorgang;
  3. Via de gehoorgang naar het trommelvlies;
  4. Trommelvlies geeft trillingen door aan de gehoorbeentjes;
  5. De gehoorbeentjes geven trillingen door aan het slakkenhuis;
  6. Slakkenhuis bevat gehoorzintuig;
  7. De gehoorzintuig zet trillingen om in impulsen;
  8. De impulsen gaan via gehoorzenuw naar hersenen.


Slide 10 - Diapositive

4.2 Zien en horen
De weg van geluidstrillingen die je oren binnen komen






  • Evenwichtsorgaan
    - Bevindt zich in het slakkenhuis
    - Bevat evenwichtszintuigen
    - Hierdoor blijf je in evenwicht

Slide 11 - Diapositive

4.2 Zien en horen
  • Wat? Maken 4.2 – Opdracht 18 t/m 22
  • Hoe? Blz. 19 t/m 21
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 18 t/m 22 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 12 - Diapositive