4.4 overmaat en ondermaat vragen

Als je de massaverhouding waarin stoffen reageren goed gebruikt, is er geen stof in overmaat.
A
juist
B
onjuist
1 / 13
suivant
Slide 1: Quiz
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Als je de massaverhouding waarin stoffen reageren goed gebruikt, is er geen stof in overmaat.
A
juist
B
onjuist

Slide 1 - Quiz

Bij overmaat blijven er één of meer van de beginstoffen over.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

Bij een onvolledige verbranding is zuurstof in overmaat aanwezig.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Je wilt graag dat een giftige stof volledig reageert. Je voegt daarom van de andere beginstof een overmaat toe.
A

Slide 4 - Quiz

Wat betekent overmaat?
A
Een tekort van een stof voor een volledige reactie.
B
Dat je na de reactie van een beginstof nog wat over hebt.
C
Dat je na de reactie geen beginstoffen meer over hebt.

Slide 5 - Quiz

Ik heb 100 gram eieren en 32 gram suiker. Welke stof is de overmaat?
A
ei
B
suiker
C
geen van beide
D
beide

Slide 6 - Quiz

Je hebt 3,0 gram natrium en 3,0 gram chloor. De massaverhouding is 1,0 : 1,5. Welke stof is de overmaat?
A
Natrium
B
Chloor
C
Geen van beide
D
Beide

Slide 7 - Quiz

Is zuurstof bij onvolledige verbranding in overmaat of ondermaat?
A
Overmaat
B
Ondermaat

Slide 8 - Quiz

Natrium en chloor reageren met elkaar tot keukenzout: natriumchloride (NaCl).
Geef de reactievergelijking voor de vorming van natriumchloride.

Slide 9 - Question ouverte

Natrium en chloor reageren in de verhouding 1,00 : 1,54. In een reactievat wordt 50 g natrium met 80 g chloorgas gemengd.
Bereken welke stof in overmaat aanwezig is.

Slide 10 - Question ouverte

Bereken hoeveel gram natriumchloride er kan ontstaan.


Slide 11 - Question ouverte

Kerosine is een mengsel van vloeistoffen. Gebruik in deze opgave C12H26 als formule voor kerosine.
Geef de kloppende reactievergelijking met toestandsaanduidingen voor de volledige verbranding van kerosine.

Slide 12 - Question ouverte


Slide 13 - Question ouverte