les 4

1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
2:30
       Stop je telefoon in het zakkie en in je tas, en doe je jas uit

2A
Regels:
  • Stil als de docent praat. 
  • Hand omhoog als je iets wilt zeggen.
  • Behandel een ander met respect.
  • Praten op een normale toon tegen een ander (niet schreeuwen/boos)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les ...
  • Weet je wat er hoort bij het sanitair

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Wat betekent sanitair?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort er bij sanitair.
A
wc, schuur en tuin
B
douche, slaapkamer en wc
C
auto, laptop en tv
D
douche, wasbak en

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sanitair schoonmaken
Schoon sanitair is heel belangrijk voor de gezondheid. In een toilet zitten veel micro-organismen (kleine bacterieen). In een badkamer kunnen micro-organismen zich makkelijk verspreiden. Dat komt omdat een badkamer warm en vochtig is. Micro-organismen kunnen op zo'n plek goed groeien en vermenigvuldigen. Daarom is het belangrijk dat je hygiënisch werkt.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zit er in een toilet?
A
micro-wezens
B
micro-dingens
C
micro-organismen
D
micro-bacteriën

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hygiënisch werken
  • werk altijd van schoon naar vuil
  • spoel je werkdoekje regelmatig uit, neem een schone als dat nodig is
  • zorg er voor dat vuil en schoon niet met elkaar in aanraking komen
  • gebruik geen vuile doek voor iets dat al schoon is
  • gooi vuil water in de wc, gooi het nooit in een schone wastafel, bad of douche
  • maak de badkamer regelmatig schoon, bijvoorbeeld elke week of om de week 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je werkt altijd van.....
A
schoon naar vuil
B
vuil naar schoon

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vuil water gooi je in .......?
A
de douche
B
het bad
C
de wastafel
D
de wc

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wij hebben thuis:
bad
douche
bad & douche

Slide 11 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Werken in de juiste volgorde
Als je de badkamer gaat schoonmaken moet je dit in de juiste volgorde doen.
Je werkt altijd van schoon naar  vuil.
Maak eerst een sopje van water en allesreiniger en gebruik een werkdoekje.
  1. maak eerst de deur en de tegelwanden schoon
  2. maak dan de spiegels en de meubels schoon
  3. maak de wastafel schoon
  4. maak het bad en/of de douche schoon
  5. maak de vloer schoon
    eerst stofzuig je de vloer en daarna ga je moppen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je als aller eerste als je gaat schoonmaken?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de eerste stap bij het schoonmaken?
A
maak de wastafel schoon
B
maak het bad en/of de douche schoon
C
maak eerst de deur en de tegelwanden schoon
D
maak dan de spiegels en de meubels schoon

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de derde stap bij het schoonmaken?
A
maak de vloer schoon
B
maak eerst de deur en de tegelwanden schoon
C
maak het bad en/of de douche schoon
D
maak de wastafel schoon

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Meubels en spiegel schoonmaken
Een badkamermeubel is een kast waar handdoeken en andere spullen in zitten. Of het is een kastje waar de wastafel is in gebouwd. Als er spulletjes op staan, dan haal je die er af voordat je gaat schoonmaken.
Je maakt de badkamermeubels schoon met water en een reinigingsmiddel. Je werkt altijd van boven naar beneden. Ben je klaar met schoonmaken? Zet je spulletjes dan netjes terug. 
De spiegel in de badkamer kan je schoonmaken met water, een spons en een zeem. Je kunt ook glasreinigingsmiddel gebruiken. Dat spuit je dan op de spiegel en wrijf je uit met een doek.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar maak je de badkamermeubels mee schoon?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan je gebruiken om spiegels mee schoon te maken?
A
water, spons, zeem, allesreiniger
B
water, spons, zeem, glasreiniger

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wastafel schoonmaken
Een wastafel moet je regelmatig schoonmaken. Bijvoorbeeld 1 keer per week. Je maakt de wastafel schoon met water en allesreiniger. Kalkaanslag kun je verwijderen met schoonmaak azijn. Er zijn ook speciale middelen om kalkaanslag te verwijderen.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar kan je kalkaanslag mee verwijderen?
A
schoonmaak olie
B
schoonmaak azijn
C
allesreiniger
D
schoonmaak middel

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spiegel en plankjes
Bij het schoonmaken van de wastafel werk je van boven naar beneden. Daarom maak je eerst de spiegel schoon. Daarna het plankje boven de wastafel. Haal alle spullen er af en maak het plankje schoon.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom haal je alle spullen van het plankje af?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

de kraan
Ga verder met de kraan. Op de kraan kunnen witte randjes zitten. Dat is kalkaanslag. Kalk zit in het water, overal waar je water gebruikt ontstaat kalkaanslag. Kalkaanslag verwijder je met schoonmaakazijn. Dat moet wel even inwerken.
Je kan bijvoorbeeld de doek met azijn om de kraan heen wikkelen en die een half uur laten zitten. 
Er zijn ook speciale middelen om kalkaanslag te verwijderen. Die spuit je op de randjes met kalkaanslag en laat je even inwerken.
Maak de kraan daarna schoon met warm water. Wrijf de kraan op met een droog doekje, dan gaat hij mooi glimmen.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe lang laat je de doek met schoonmaakazijn om de kraan zitten?
A
half uur
B
uur
C
3 minuten
D
twee uur

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom wrijf je de kraan op met een droge doek?
A
dan wordt hij extra schoon
B
dan gaat hij mooi glimmen
C
dan wordt hij dof
D
dan verwijder je de kalkaanslag

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het putje
In het putje van de wastafel kunnen haren zitten. Die kunnen de afvoer verstoppen. Verwijder de haren eerst met een stukje papier, half af en toe de stop er helemaal uit en maak hem schoon. Daarna maak je de wastafel helemaal schoon met het sopje.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarmee maak je een sopje als je de wastafel gaat schoonmaken?
A
allesreiniger
B
schoonmaakazijn
C
glasreiniger
D
afwasmiddel

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bad en douche schoonmaken
Haal met een stukje papier de haren uit de afvoer van het bad en/of het putje in de douche. Haal af en de stop van het bad er uit en maak deze schoon.
Maak de buitenkant van het bad en/of de douche schoon met een sopje. Op de kranen van het bad en/of de douche kan kalkaanslag zitten, dit moet je verwijderen. Doe dit met schoonmaakzijn of speciaal middel. Daarna wrijf je de kranen op met een droge doek.
Maak dan de binnenkant van het bad en/of de douche schoon met een sopje. Spoel de binnenkant na met schoon water en maak het droog met een doekje en/of de trekker.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je de badkamer schoonmaakt, moet je altijd de afvoer van het bad of de douche er uit halen?
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je maakt de eerst de binnenkant van het bad schoon en dan de buitenkant.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De binnenkant van het bad of de douche spoel je na met schoon water.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Toilet schoonmaken
Maak het toilet een paar keer per week schoon. Zo voorkom je dat mensen ziek worden. Het toilet maak je schoon met water en een reinigingsmiddel.
  1. spuit eerst het reinigingsmiddel aan de binnenkant van de toilet pot
  2. borstel de binnenkant van de toiletpot schoon met de toiletborstel. Borstel ook onder de rand
  3. maak met een doekje de bril schoon
  4. maak met een doekje de buitenkant van de toiletpot schoon
  5. spoel het toilet door en haal de borstel er nog een keer doorheen

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vaak maak je het toilet schoon?
A
1 keer per week
B
paar keer per week
C
paar keer per maand
D
1 keer per maand

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wastafel
spiegel
toilet
allesreiniger
glasreiniger
chloor

Slide 34 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer is mijn opdracht goed?

Slide 35 - Question ouverte

Door leerlingen vooraf na te laten denken over waar de opdracht aan moet voldoen, krijgen ze kwaliteitsbesef. Hierdoor zijn de leerlingen in staat om zelf in te schatten waar hun inspanningen bij de opdracht voor verbetering vatbaar zijn. 
Aan de slag!
opdr 1 : sanitair
Opdr 2: stofwissen/stofzuigen/vlakmoppen
opdr 3: ramen zemen

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1C
timer
30:00
Groep 1: sanitair
Mahir, Noe Noe
Salim
Denzel
Martina
Groep 2: stofwissen/stofzuigen/vlakmoppen
Tahir
Yasmina
Jeny
Meldencio
Xio



Groep 3:
Brusk, Sofia, Nizar, Silvana, Ouail, Hiwa

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pauze
Pauze
20 minuten
timer
20:00

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

poster (canva)
Maak in een tweetal (of alleen) een poster met een uitleg voor jouw werk. In deze poster staat:
-Wat betekent sanitair?
- Waarom is sanitair belangrijk? (noem 4 dingen.)
-kies 1 van de taken en leg uit hoe je deze sanitair-taak moet schoonmaken? (stap voor stap uitleg)
- Je moet fotos's! (deze kan je online vinden!). 


Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vond je van de afgelopen les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?
010

Slide 41 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ben je blij met het resultaat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk cijfer zou je mij geven voor deze les?
010

Slide 43 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions