9.2 Goed geregeld

9.2 Goed geregeld deel 1
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

9.2 Goed geregeld deel 1

Slide 1 - Diapositive

9.2 Goed geregeld deel 1

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik weet wat homeostase is en hoe deze in het lichaam gehandhaafd wordt
  • Ik ken de bloedsuikerspiegel en weet hoe deze gehandhaafd wordt
  • Ik ken de verschillende typen diabetes

Slide 3 - Diapositive

meten
Het lichaam wordt reguleerd door regelkringen
vergelijken met de norm
bijstellen
reactie

Slide 4 - Diapositive

Homeostase
Je lichaam is in evenwicht
lichaamsprocessen verlopen alleen maar goed als de omstandigheden in je lichaam zo veel mogelijk constant zijn. Je lichaam probeert veranderingen dan ook zo snel mogelijk op te heffen.
  • Stoffen waarvan er te veel in je bloed komen, worden verwijderd. Dat heet uitscheiding
  • Stoffen waarvan er te weinig zijn, worden aangevuld.

Slide 5 - Diapositive

Welke uitscheidingsorganen ken je nog?

Slide 6 - Question ouverte

Uitscheidingsorganen

Slide 7 - Diapositive

Welke stoffen in ons lichaam moeten in evenwicht blijven? (T2)

Slide 8 - Question ouverte

Lesdoelen
- Ik weet wat homeostase is en hoe deze in het lichaam gehandhaafd wordt

- Ik ken de bloedsuikerspiegel en weet hoe deze gehandhaafd wordt

- Ik ken de verschillende typen diabetes

Slide 9 - Diapositive

Waarom heeft onze lichaam glucose nodig?

Slide 10 - Question ouverte

Hoe regel je het glucosegehalte van je bloed?
  • Je lichaam heeft glucose nodig. Glucose is ‘brandstof’ voor je lichaam. Het geeft je energie om te bewegen, warm te blijven en voor alle processen die in je lichaam plaatsvinden.

  • Je lichaam regelt de hoeveelheid glucose in je bloed met twee hormonen: insuline en glucagon
  • Deze hormonen worden geproduceerd in de alvleesklier.

Slide 11 - Diapositive

Bloedsuikerspiegel = concentratie glucose in bloed

Wanneer is je bloedsuikerspiegel hoog?

Slide 12 - Diapositive

Wat zijn gevolgen van een te lage bloedsuikerspiegel? (T1)

Slide 13 - Question ouverte

Regeling van bloedsuikerspiegel
Glucose wordt omgezet tot glycogeen door insuline
Glycogeen wordt omgezet tot glucose door glucagon





Insuline en glucagon worden aangemaakt in de alvleesklier

Slide 14 - Diapositive

Wat is de functie van insuline?
A
Omzetten glucose naar glycogeen
B
Omzetten glycogeen naar glycose
C
Afbreken van glucagon
D
Opbouwen van glucagon

Slide 15 - Quiz

Je bloedsuikerspiegel is erg laag. Welk hormoon zal worden aangemaakt?
A
Glucose
B
Glycogeen
C
Insuline
D
Glucagon

Slide 16 - Quiz

Regeling van de hoeveelheid glucose in het bloed

Slide 17 - Diapositive

Lesdoelen
- Ik weet wat homeostase is en hoe deze in het lichaam gehandhaafd wordt

- Ik ken de bloedsuikerspiegel en weet hoe deze gehandhaafd wordt

- Ik ken de verschillende typen diabetes

Slide 18 - Diapositive

Bij diabetes/suikerziekte is je lichaam ook niet in balans. Wat is diabetes eigenlijk? (T1)

Slide 19 - Question ouverte

Suikerziekte/Diabetes

Zelf geen homeostase brengen

De regeling rond glucose werkt niet goed: 
  1. Cellen nemen te weinig glucose uit het bloed op -> moe
  2. De spieren en de lever slaan te weinig glucose op -> bloedglucose te hoog
  3. De nieren halen het teveel aan glucose uit het bloed en de patiënt plast het vervolgens uit (= test ziekenhuis)

Slide 20 - Diapositive

Er zijn twee soorten diabetes

  • Bij diabetes type 1 zijn de alvleeskliercellen die insuline maken beschadigd. Hierdoor maakt de alvleesklier onvoldoende insuline.
  • Bij diabetes type 2 zijn de lichaamscellen ongevoelig geworden voor insuline. Hierdoor werkt het hormoon niet goed meer. Diabetes type 2 komt veel voor bij mensen met overgewicht, die weinig bewegen.

Slide 21 - Diapositive

Zijn diabetes type I en type II te genezen? Zo ja, hoe dan?

Slide 22 - Question ouverte

Huiswerk deel 1
  • maak van bs 9.2 de opdrachten 1 t/m 13

Slide 23 - Diapositive

9.2 Goed geregeld deel 2
eerst check deel 1

Slide 24 - Diapositive

Lesdoelen vorige les
- Ik weet wat homeostase is en hoe deze in het lichaam gehandhaafd wordt

- Ik ken de bloedsuikerspiegel en weet hoe deze gehandhaafd wordt

- Ik ken de verschillende typen diabetes

Slide 25 - Diapositive

Je lichaam probeert in balans te blijven. Dit doet je lichaam aan de hand van deze diagram. Welke term hoort er hier bij?

Slide 26 - Question ouverte

Wat is je bloedsuikerspiegel?
A
Concentratie suiker in je lichaam
B
Concentratie suiker in je bloed
C
Concentratie glucose in je lichaam
D
Concentratie glucose in je bloed

Slide 27 - Quiz

Welke twee hormonen zorgen voor de homeostase bij de bloedsuikerspiegel
A
Glucagon & Glycogeen
B
Glucagon & Insuline
C
Glycogeen & Insuline
D
Glucose & Glycogeen

Slide 28 - Quiz

Glucose kan worden omgezet tot glycogeen, dat kan worden opgeslagen. Waar in je lichaam wordt glycogeen opgeslagen?

Slide 29 - Question ouverte

Open de link en maak de opdracht. Maak een foto van je score en upload deze hier.

https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Insuline/glucoseregeling.htm
timer
3:00

Slide 30 - Question ouverte

Lesdoelen deel 2
  • je kent de werking van de lever (havo/vwo)
  • je leert wat je nieren doen (Havo/vwo)
  • je leert over de werking van de nefronen (VWO)

Slide 31 - Diapositive

De leverfabriek: Opbouwen en omzetten
- In je verteringsstelsel worden eiwitten afgebroken tot hun bouwstenen: aminozuren. De lever maakt van de aminozuren weer nieuwe eiwitten.

- De lever kan ook glucose omzetten in vet en van vet cholesterol maken.

Slide 32 - Diapositive

De leverfabriek: Afbreken
- Als er te veel aminozuren in je bloed zitten, breekt je lever ze af. Daarbij ontstaat ureum. Die stof wordt door de nieren uitgescheiden.

- Je lever breekt ook giftige stoffen zoals medicijnen en alcohol af.

Slide 33 - Diapositive

De leverfabriek: Afvoeren
- Via de gal die de lever maakt, worden afvalstoffen uitgescheiden

- Versleten rode bloedcellen -> afbraak in de milt -> Hemoglobine uit de rode bloedcellen wordt daarbij omgezet in bilirubine (een gele stof) -> bloed -> lever -> gemengd met gal en vervolgens via de ontlasting uitgescheiden.

Slide 34 - Diapositive

Problemen met bilirubine
Bij baby's bilirubine soms niet goed afgevoerd via de gal

De concentratie bilirubine stijgt in het bloed

Gevolg = baby wordt gelig (= geelzucht)

Slide 35 - Diapositive

Bilirubine zorgt voor de kleur van je ontlasting

Slide 36 - Diapositive

De leverfabriek: Opslaan
- De lever slaat glucose op in de vorm van glycogeen.

- De lever slaat ook ijzer op. Dit ijzer is afkomstig van de hemoglobine uit versleten rode bloedcellen.

Slide 37 - Diapositive

Wat doen je nieren eigenlijk?

Slide 38 - Question ouverte

Via welke bloedvaten werken de nieren?

Slide 39 - Question ouverte

De nieren
  • Via de nierslagaders komt er bloed met afvalstoffen in de nieren -> filteren -> gezuiverd bloed -> nieraders -> 
  • uitgefilterde afvalstoffen -> urine -> urineleiders -> blaas -> opslag tot plassen

  • Welke afvalstoffen?  giftige stoffen en afbraakproducten lever/alcohol/medicijnen, overtollig zout en vitaminen, overbodige stoffen (bijv. kleurstoffen)





Slide 40 - Diapositive

De nieren en kleurstoffen


Sommige voedselwaren bevatten kleurstoffen die niet goed kunnen worden afgebroken.

Deze zullen uiteindelijk door de nieren uit het bloed worden gefilterd en gaan dus je urine in.

Voorbeelden zijn bijvoorbeeld rode bieten en cola.

Slide 41 - Diapositive

In welke nieronderdelen ligt een nefron


Sommige voedselwaren bevatten kleurstoffen die niet goed kunnen worden afgebroken.

Deze zullen uiteindelijk door de nieren uit het bloed worden gefilterd en gaan dus je urine in.

Voorbeelden zijn bijvoorbeeld rode bieten en cola.

Slide 42 - Diapositive

De lever
  • Je lever zorgt voor opbouw, omzetting, afbraak, opslag en afvoer van stoffen.

  • De leverslagader voert bloed met zuurstof naar de lever.
  • Door de poortader komt bloed met stoffen die door de darmen zijn opgenomen.

  • Fabriek: opbouw/afbraak bepaalde stoffen die vervolgens (in bloed) naar leverader worden vervoerd.

Slide 43 - Diapositive

Nefron. Stap 1
  • Bloedplasma van aangevoerd bloed wordt door de hoge bloeddruk uit het bloedvat gefiltreerd (stap 1). Dit komt terecht in het nierkanaaltje.

  • Dit uitgefiltreerde bloedplasma bestaat uit water, zouten, glucose en afvalstoffen en noem je voorurine

  • Welke onderdelen moeten teruggewonnen worden?





Slide 44 - Diapositive

Nefron. Stap 2
  • Voorurine komt in het nierkanaaltje

  • Alle bruikbare onderdelen van het voorurine wordt teruggewonnen door een proces genaamd resorptie

  • Waar gaat de voorurine heen?

  • Waar gaat het gezuiverde bloed heen?





Slide 45 - Diapositive

Huiswerk 
  • maak van bs 9.2 opdracht 14 t/m 23

Slide 46 - Diapositive

Voorkennis:
Deze paragraaf gaat vooral over de lever en de nieren.

Welke functies hebben de lever en de nieren?

Slide 47 - Question ouverte