BS 2 Infectieziekten BK
1 / 26
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Als je een virus hebt gehad, kan je het daarna niet meer krijgen. Hoe noem je dit ook wel?
A
Vaccinatie
B
Immuniteit
C
Diversiteit
D
Puberteit
Slide 12 - Quiz
Wat zijn onze wapens tegen virussen?
A
De huid & rode bloedcellen
B
De lever & witte bloedcellen
C
De lever & rode bloedcellen
D
De huid & witte bloedcellen
Slide 13 - Quiz
Niet alle virussen zijn gevaarlijk
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Virussen kunnen veranderen
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
Hoe heet het als een virus springt van een dier naar een mens?
A
Zoönose
B
Zoölogie
C
Transformatie
D
Hypnose
Slide 16 - Quiz
Welke dieren dragen de meeste virussen bij zich?
A
Ratten
B
Chimpansees
C
Vleermuizen
D
Kakkerlakken
Slide 17 - Quiz
Op welke manier kun je jezelf het beste beschermen tegen bekende virussen?
A
Veel vitamine C eten
B
Vaccineren
C
Niet reizen met het vliegtuig
D
Altijd binnen blijven
Slide 18 - Quiz
Corona kan je niet zien met het blote oog. Wat heb je nodig om een virus te kunnen zien?
A
Telescoop
B
Macroscoop
C
Microscoop
D
Bioscoop
Slide 19 - Quiz
Waaraan dankt het Corona virus zijn naam? Waarom heet het zo?
A
Omdat het lijkt of het virus een kroontje of een krans draagt
B
Omdat het is begonnen in Mexico
C
Het lijkt op een Corona biertje uit Mexico
D
Het is gewoon een verzonnen naam
Slide 20 - Quiz
Uit hoeveel cellen bestaat de mens ongeveer?
A
30 tot 40 miljoen
B
30 tot 40 miljard
C
30 tot 40 biljoen
D
30 tot 40 triljoen
Slide 21 - Quiz
Virussen zijn nog kleiner dan één cel!
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Op wat voor schurk lijkt het Coronavirus wel een beetje?
A
Een crimineel
B
Een terrorist
C
Een boef
D
Een piraat
