Les 8: hefbomen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Les 8: hefbomen

• Extra uitleg vorige paragrafen
• Uitleg 2.3 - hefbomen 
• Keuzemenu - quiz, spelletje of huiswerk
• Huiswerk check

Planning en huiswerk

Huiswerk:  §3: 1, 2, 3, 4, 5 van stencil + nakijken

26 september SO H2

Om het een goed paralellogram te maken: 

- Gebruik evenwijdigheidslijntjes op geo

- óf meet de hoek

Eenheid g:

m/s ^2

N/kg mag ook

Leerdoelen

2.3.1 Je kunt het principe van een hefboom uitleggen.

2.3.2 Je kunt berekeningen maken met het verband tussen moment, kracht en arm.

2.3.3 Je kunt de arm van een kracht meten.

2.3.4 Je kunt rekenen met de momentenwet.

Hefboom = Gereedschap waarbij een kleine kracht over een grote arm kan omgezet worden in een grote kracht over een kleine arm. 

Elke hefboom heeft een draaipunt.

Arm = afstand van draaipunt tot aangrijpingspunt van de kracht. De arm staat altijd loodrecht op de vector van de kracht.

Momentenwet

M = F ∙ r

Σ M links = Σ M rechts

• Wie kan een walnoot met de handen kraken? 
•  Stel, je kan met je hand 60 N uitvoeren, hoeveel kracht kan je dan met een notenkraker op een noot uitoefenen?

Keuzemenu

1. Aan het huiswerk -  §3: 1, 2, 3, 4, 5
2. Lessonup quiz over alles tot nu toe
3. Spelletje hefbomen berekenen - https://phet.colorado.edu/nl/simulations/balancing-act

Huiswerk check

• Werkblad van - Moreno, Mads, Anco, Eva, Dalil, Victor, Jaymie, Rozemarijn
• Huiswerk van Daahen, Anco

Bij welke snelheid-tijd-grafiek is er
geen resulterende kracht?

1. 
2. 
3. 
4. Bij A en B

Kracht A is 250N en Kracht B is 400N.
Wat is de resultante kracht als beide krachten in dezelfde richting werken?

1. 150 N
2. 650 N
3. -150 N
4. -650 N

12 N

12,5N

13,5 N

15 N

14 N

Schaal: 1 cm = 5 N.

Lengte vector = 2,5 cm

Schaal: 1 cm = 7,5 N.

Lengte vector = 2 cm

Schaal: 1 cm = 10 N.

Lengte vector = 1,2 cm

Schaal: 1 cm = 3 N.

Lengte vector = 4,5 cm

Schaal: 1 cm = 2 N.

Lengte vector = 7 cm

Wat is de juiste formule voor de veerconstante?

1. C = F : u
2. C = u : F
3. C = F x u
4. C = u x F

Welke veer is stugger?

1. Veer C
2. Veer D

aangrijpingspunt spierkracht

aangrijpingspunt zwaartekracht.

aangrijpingspunt wrijvingskracht

Welke twee effecten kan een kracht hebben?

Een voorwerp heeft een massa van 250g. De zwaartekracht op dit voorwerp is...

1. 0,0255 N
2. 2,45 N
3. 25,5 N
4. 2453 N

Wat is het moment aan de linkerkant?

Waar zit het aangrijpingspunt van de zwaartekracht en wat is de richting van de zwaartekracht.

1. aangrijpingspunt is in het midden, de richting omlaag
2. aangrijpingspunt is in het midden, de richting omhoog
3. aangrijpingspunt is op de plek waar je de grond raakt, de richting omlaag
4. aangrijpingspunt is op de plek waar je de grond raakt, de richting omhoog

Uitdaging: 

De veerconstante is overal hetzelfde. Wat is de massa van het blauwe blokje? 

Over 2 weken - SO

Wat hebben jullie van mij nog nodig?

Leerdoelen

2.3.1 Je kunt het principe van een hefboom uitleggen.

2.3.2 Je kunt berekeningen maken met het verband tussen moment, kracht en arm.

2.3.3 Je kunt de arm van een kracht meten.

2.3.4 Je kunt rekenen met de momentenwet.