Les 9: Herhaling hefbomen

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Les 9: Herhaling en hefbomen
  • Quiz voorkennis
  •  Oefenen met hefbomen

Slide 2 - Diapositive

Planning

Slide 3 - Diapositive

Wat hebben jullie van mij nog nodig voor het SO?

Slide 4 - Carte mentale

Bij welke snelheid-tijd-grafiek is er
geen resulterende kracht?
A
B
C
D
Bij A en B

Slide 5 - Quiz

Kracht A is 250N en Kracht B is 400N.
Wat is de resultante kracht als beide krachten in dezelfde richting werken?
A
150 N
B
650 N
C
-150 N
D
-650 N

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste formule voor de veerconstante?
A
C = F : u
B
C = u : F
C
C = F x u
D
C = u x F

Slide 7 - Quiz

Wat is het moment aan de linkerkant?

Slide 8 - Question ouverte

Welke veer is stugger?
A
Veer C
B
Veer D

Slide 9 - Quiz

aangrijpingspunt spierkracht
aangrijpingspunt zwaartekracht.
aangrijpingspunt wrijvingskracht

Slide 10 - Question de remorquage

Welke twee effecten kan een kracht hebben?

Slide 11 - Question ouverte

Een voorwerp heeft een massa van 250g. De zwaartekracht op dit voorwerp is...
A
0,0255 N
B
2,45 N
C
25,5 N
D
2453 N

Slide 12 - Quiz

Welke pijl laat de normaalkracht zien?
A
De roze pijl
B
De rode pijl
C
De gele pijl
D
De blauwe pijl

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Waar zit het aangrijpingspunt van de zwaartekracht en wat is de richting van de zwaartekracht.
A
aangrijpingspunt is in het midden, de richting omlaag
B
aangrijpingspunt is in het midden, de richting omhoog
C
aangrijpingspunt is op de plek waar je de grond raakt, de richting omlaag
D
aangrijpingspunt is op de plek waar je de grond raakt, de richting omhoog

Slide 15 - Quiz

12 N
12,5N
13,5 N
15 N
14 N
Schaal: 1 cm = 5 N.
Lengte vector = 2,5 cm
Schaal: 1 cm = 7,5 N.
Lengte vector = 2 cm
Schaal: 1 cm = 10 N.
Lengte vector = 1,2 cm
Schaal: 1 cm = 3 N.
Lengte vector = 4,5 cm
Schaal: 1 cm = 2 N.
Lengte vector = 7 cm

Slide 16 - Question de remorquage

Wat is dit?
A
Alfa
B
Beta
C
Sigma
D
Wat w3c is als ze goed voor de toets leren

Slide 17 - Quiz

Uitdaging: 

De veerconstante is overal hetzelfde. Wat is de massa van het blauwe blokje? 

Slide 18 - Diapositive