Instaptoets grammatica

instaptoets grammatica (h/v 3)
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

instaptoets grammatica (h/v 3)

Slide 1 - Diapositive

"Tegenwoordig schijnt niemand nog zonder zijn mobieltje te kunnen."
Benoem de persoonsvorm (PV).

Slide 2 - Question ouverte

"Tegenwoordig schijnt niemand nog zonder zijn mobieltje te kunnen."
Verdeel de zin in zinsdelen (met schuine streep).

Slide 3 - Question ouverte

"In de aula zijn de brugklassers aan het oefenen voor hun optreden."
Benoem het WG.

Slide 4 - Question ouverte

"Zondagavond heeft de brandweer in Winschoten een man bevrijd uit een hoge boom."
Benoem het OW.

Slide 5 - Question ouverte

Waar of niet waar?
"In iedere zin staat een persoonsvorm."
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

In iedere zin staat een onderwerp.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Noem zoveel mogelijk koppelwerkwoorden (er zijn er 9).

Slide 8 - Question ouverte

Waarom noemen we deze werkwoorden eigenlijk een 'koppel'werkwoord?

Slide 9 - Question ouverte

In welke zin is (een vorm van) "zijn" een koppelwerkwoord?
A
Na de toetsweek zijn alle leerlingen erg moe.
B
We zijn gisteren naar de bioscoop geweest.
C
Ik was gisteren jarig.
D
Hij is gevallen met zijn fiets.

Slide 10 - Quiz

"Ik was gisteren jarig."
Benoem het NG.

Slide 11 - Question ouverte

"Vanavond zal de directeur de geslaagden hun diploma’s uitreiken."
Benoem het LV.

Slide 12 - Question ouverte

"Vanavond zal de directeur de geslaagden hun diploma’s uitreiken."
Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?

Slide 13 - Question ouverte

In iedere zin staat een lijdend voorwerp en/of een meewerkend voorwerp.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

"De keeper van Ajax werd vanmiddag met een blessure afgevoerd naar het ziekenhuis."
Benoem alle BWB'en (in volgorde).

Slide 15 - Question ouverte