Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.
Éléments de cette leçon
Waar gaat deze fabel over?
Slide 1 - Carte mentale
εἰχεν r. 2. Van welke twee klinkers is de εὶ een samentrekking?
Slide 2 - Question ouverte
ἀρον r. 3. Welke vorm is dit en hoe vertaal je dit?
Slide 3 - Question ouverte
Welke constructie is εἰναι μρ σων r. 4?
Slide 4 - Question ouverte
ἐπεισθη . Deze vorm ken je nog niet. Wat zou je verwachten in het Nederlands?
A
passief
B
actief
C
tegenwoordige tijd
D
verleden tijd
Slide 5 - Quiz
Met welk voegwoord kun je het participium θελησας (r8) het beste vertalen?
A
hoewel
B
terwijl
C
toen
D
omdat
Slide 6 - Quiz
ὀδευοντων r. 2 is volgens de aantekingen een genitivus absolutus. Waar denk je aan bij deze constructie?
Slide 7 - Carte mentale
δηλοι: Dit is een vorm die je nog niet kent. Het is van δηλοω, duidelijk maken. Welke vormen van het werkwoord of toevoegingen aan "duidelijk maken"zouden niet misstaan in een moraal?
Slide 8 - Question ouverte
σωθησονται: Deze vorm ken je nog niet. Hoe moet je dit woord in stukjes knippen om te weten hoe je dit moet vertalen?
A
σω-θησο-ν-ται
B
σωθη-σον-ται
C
σω-θη-σ-ο-νται
D
σω-θησ-ον-ται
Slide 9 - Quiz
Welk ander moraal zou goed bij deze fabel kunnen passen?