V4 Grieks bespreking fabel astroloog
r. 2: Hoe kun je afleiden uit de vorm van de persoonsvorm van deze zin dat de man een gewoonte had?
1 / 12
Éléments de cette leçon
r. 2: Hoe kun je afleiden uit de vorm van de persoonsvorm van deze zin dat de man een gewoonte had?
Slide 1 - Question ouverte
Slide 2 - Question ouverte
r. 4 ἐχων. wat is de het mooiste voegwoord voor dit participium
A
terwijl
B
omdat
C
nadat
D
hoewel
Slide 3 - Quiz
r. 5. αὐτου. Naar wie verwijst dit en welke grammaticale constructie is een argument daarvoor?
Slide 4 - Question ouverte
r. 7-8. Wat zou het antwoord zijn op deze vraag
A
ja, die zie ik niet
B
nee, die zie ik wel
Slide 5 - Quiz
r 9. τις. Is dit dezelfde τις als in regel 6? Leg uit waarom wel/niet
Slide 6 - Question ouverte
r. 10 ἀλαζευονται. Wat wordt er inhoudelijk mee bedoeld denk je?
Slide 7 - Question ouverte
τα κοινα r. 10. Noteer een voorbeeld uit de fabel van een τα κοινα.
Slide 8 - Question ouverte
r. 10 παραδοξως . Een paradox is een schijnbare tegenstelling. Is hier sprake van een schijnbare tegenstelling? Leg uit waarom wel/niet
Slide 9 - Question ouverte
Welke vorm is χρησαιτο r. 9
A
3e ev aor. indicativus med.
B
3e ev imperf. indicativus actief
C
3e ev. aor. optativus med.
D
3e ev. imperf. indicativus med.
Slide 10 - Quiz
Hoe vertaal je χρησαιτο mooi/netjes?
Slide 11 - Question ouverte
Wat zou een ander goed moraal zijn voor deze fabel?
