Oefentoets

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Is dit een verhoudingstabel?
aantal meters
10
60
aantal seconden
5
30
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quiz

Wat moet er op de .... staan??
aantal meters
8
40
aantal seconden
6
....
A
60
B
30
C
48

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Hoeveel procent is het totaal ?
A
50%
B
1%
C
100%
D
200%

Slide 5 - Quiz

Bij handige percentages als 10%, 20%, 25% en 50% kun je zonder verhoudingstabel rekenen.

Om 50% te berekenen deel je het totale aantal door ...

Om 25% te berekenen deel je het totale aantal door ...

Om 20% te berekenen deel je het totale aantal door ...

Om 10% te berekenen deel je het totale aantal door ...
10
4
2
5

Slide 6 - Question de remorquage

Hoeveel procent is de helft?
A
5
B
50
C
25
D
0,5

Slide 7 - Quiz

Hoeveel procent is een kwart?
A
25%
B
41%
C
0,25%
D
250%

Slide 8 - Quiz

Je krijgt 25% korting op een TV van 400 euro. Hoeveel korting krijg je?
A
25 euro
B
400 euro
C
niks
D
100 euro

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Je krijgt 15% korting op een TV van 600 euro. Hoe reken je dit uit?
A
600 : 15 =
B
600 x 15 =
C
600 : 100 x 15 =
D
600 x 100 : 15 =

Slide 12 - Quiz

Korting berekenen: 
oude bedrag - korting in euro's

oude bedrag : 100

oude bedrag : 100 x aantal procenten
1
2
3

Slide 13 - Question de remorquage

Toename berekenen:
oude bedrag + toename in euro's

oude bedrag : 100

oude bedrag : 100 x aantal procenten
1
2
3

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Diapositive


Van de 50 kinderen zijn 5 kinderen te laat gekomen. Hoeveel procent is dat?
Procenten!
A
50 %
B
5 %
C
1 %
D
10 %

Slide 16 - Quiz

Hoeveel procent is gekleurd?
A
10%
B
20%
C
25%
D
30%

Slide 17 - Quiz

Samenvatting:
*Verhoudingstabel: onder en boven keer of gedeeld door!
*Handige percentages: 10% is :10, 20% is :5, 25% is :4, 50% is :2.
*Met procenten rekenen: altijd eerst :100 en dan x aantal %.
*Nieuwe prijs berekenen: altijd eerst :100 en dan x aantal %, daarna kijken of het toename is, dan +. Is het afname, dan -.

Slide 18 - Diapositive

Samenvatting:

1) 8 van de 20 leerlingen dragen een bril hoeveel procent is dat?

                                                                               Dus 100 : 20 x 8 = 40%

Denk eraan: vergeet de berekening d.m.v. de pijltjes niet en procenten rond je af op 1 getal achter de komma.
aantal 
20
1
8
%
100
procenten bereken

Slide 19 - Diapositive

Samenvatting:

2) Een broek van €79,-, kost nu €60,-. Hoeveel % korting krijg je?
                                                                          Eerst: 79 - 60 = 19
                                                                          100 : 79 x 19 = 24,1%

Denk eraan: vergeet de berekening d.m.v. de pijltjes niet en procenten rond je af op 1 getal achter de komma.
aantal 
79
1
19
%
100
procenten bereken

Slide 20 - Diapositive

Aan de slag met:
Je gaat deze les en de helft van volgende les aan de slag met de extra oefeningen en test je zelf. 
Je krijgt de opdrachten van mij op papier. 
Je kijkt de opdrachten zelf serieus na!

Slide 21 - Diapositive