Bezittelijk voornaamwoord

Deutsch - 2MK2
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Deutsch - 2MK2

Slide 1 - Diapositive

Was machen wir heute?

  • Thema 2
  • Neue Grammatik
  • Wiederholung Grammatik
  •  An die Arbeit

Slide 2 - Diapositive

Thema 2
  • Voor nu geen toetsen, pas als we weer op school zijn
  • Boekje moet wel binnenkort af zijn (5 februari)
  • Schrijf deadline in je agenda! 

Slide 3 - Diapositive

Wiederholung Grammatik
Lidwoorden
Ein / eine, kein / keine

Hoe zat het ook alweer?

Slide 4 - Diapositive

Welk lidwoord hoort er bij mannelijk?
A
der
B
die
C
das

Slide 5 - Quiz

Welk lidwoord hoort er bij vrouwelijk en meervoud?
A
der
B
die
C
das

Slide 6 - Quiz

Welk lidwoord hoort er bij onzijdig?
A
der
B
die
C
das

Slide 7 - Quiz

ein / eine - kein / keine
Bij welke twee geslachten kreeg je ook alweer de e erachter? Kies 2 antwoorden.
A
mannelijke
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 8 - Quiz

Wat betekent ein / eine?

Slide 9 - Question ouverte

Wat betekent kein / keine?

Slide 10 - Question ouverte

Wie kent het ezelsbruggetje van ein / eine - kein / keine nog?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Lidwoorden




Bij vrouwelijk en meervoud eindigt die op -e-, bij ein/kein dus ook.
Hoezo staat er bij meervoud 'keine'?

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der
diee
das
die
ein
eine
ein
keine

Slide 12 - Diapositive

Neue Grammatik

Slide 13 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord
Wat is dat ook al weer in het Nederlands? 

Wie kan een voorbeeld noemen?

Pak bladzijde 21 van je boekje. 

Slide 14 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord
Bekijk de tabel in je boekje. 

  • Wat valt je op? 
  • Wat gebeurd er met de extra e?
  • Hoe moet je dit leren?

Even oefenen! :) 

Slide 15 - Diapositive

Wat is de vertaling van jouw?
A
mein / meine
B
dein / deine
C
sein / seine
D
ihr / ihre

Slide 16 - Quiz

Wat is de vertaling van hun?
A
unser / unsere
B
euer / eure
C
ihr / ihre
D
Ihr / Ihre

Slide 17 - Quiz

mijn
jouw
zijn
haar
mein / meine
dein / deine
sein / seine
ihr / ihre

Slide 18 - Question de remorquage

ons / onze
jullie
hun
uw
unser / unsere
Ihr / Ihre
ihr / ihre
euer / eure

Slide 19 - Question de remorquage

(zijn)
Wo arbeitet ... Opa (m)?
A
sein
B
seine

Slide 20 - Quiz

(hun)
... Klasse (v) ist sehr klein.
A
ihr
B
ihre

Slide 21 - Quiz

(mijn)
... Mutter (v) heißt Petra.
A
mein
B
meine

Slide 22 - Quiz

(uw)
... Auto ist sehr schön.
A
Ihr
B
Ihre

Slide 23 - Quiz

Gibt es noch fragen?

Slide 24 - Diapositive

An die Arbeit

Mache Seite 20 + 21

Fertig? Andere Seiten machen oder gucke in It's Learning welche Seiten du machen kannst. 

Slide 25 - Diapositive