Bezittelijk voornaamwoord

Deutsch 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Deutsch 

Slide 1 - Diapositive

Wiederholung Grammatik
Lidwoorden
Ein / eine, kein / keine

Hoe zat het ook alweer?

Slide 2 - Diapositive

Welk lidwoord hoort er bij vrouwelijk en meervoud?
A
der
B
die
C
das

Slide 3 - Quiz

Welk lidwoord hoort er bij mannelijk?
A
der
B
die
C
das

Slide 4 - Quiz

Welk lidwoord hoort er bij onzijdig?
A
der
B
die
C
das

Slide 5 - Quiz

ein / eine - kein / keine
Bij welke twee geslachten kreeg je ook alweer de e erachter?
A
mannelijk en vrouwelijk
B
mannelijk en onzijdig
C
vrouwelijk en meervoud
D
meervoud en onzijdig

Slide 6 - Quiz

Wat betekent ein / eine?

Slide 7 - Question ouverte

Wat betekent kein / keine?

Slide 8 - Question ouverte

Lidwoorden




Bij vrouwelijk en meervoud eindigt die op -e-, bij ein/kein dus ook.
Hoezo staat er bij meervoud 'keine'?

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der
diee
das
die
ein
eine
ein
keine

Slide 9 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord
Wat is dat ook al weer in het Nederlands? 

Wie kan een voorbeeld noemen?


Slide 10 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord



  • Wat valt je op? 
  • Wat gebeurd er met de extra e?
  • Hoe moet je dit leren?
Even oefenen! :) 
mijn
jouw
zijn
haar
ons / onze
jullie
hun
uw
mein(e)
dein(e)
sein(e)
ihr(e)
unser(e)
euer / eure
ihr(e)
Ihr(e)

Slide 11 - Diapositive

Wat is de vertaling van jouw?
A
mein / meine
B
dein / deine
C
sein / seine
D
ihr / ihre

Slide 12 - Quiz

Wat is de vertaling van hun?
A
unser / unsere
B
euer / eure
C
ihr / ihre
D
Ihr / Ihre

Slide 13 - Quiz

mijn
jouw
zijn
haar
mein / meine
dein / deine
sein / seine
ihr / ihre

Slide 14 - Question de remorquage

ons / onze
jullie
hun
uw
unser / unsere
Ihr / Ihre
ihr / ihre
euer / eure

Slide 15 - Question de remorquage

(zijn)
Wo arbeitet ... Opa (m)?
A
sein
B
seine

Slide 16 - Quiz

(hun)
... Klasse (v) ist sehr klein.
A
ihr
B
ihre

Slide 17 - Quiz

(mijn)
... Mutter (v) heißt Petra.
A
mein
B
meine

Slide 18 - Quiz

(uw)
... Auto ist sehr schön.
A
Ihr
B
Ihre

Slide 19 - Quiz