Bezittelijk voornaamwoord

Deutsch - klas 2
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Deutsch - klas 2

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Welk lidwoord hoort er bij mannelijk?
A
der
B
die
C
das

Slide 11 - Quiz

Welk lidwoord hoort er bij vrouwelijk en meervoud?
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quiz

Welk lidwoord hoort er bij onzijdig?
A
der
B
die
C
das

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

ein / eine - kein / keine
Wanneer kreeg je ook alweer de e erachter? Kies 2 antwoorden.
A
mannelijke
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 17 - Quiz

Wat betekent ein / eine?

Slide 18 - Question ouverte

Wat betekent kein / keine?

Slide 19 - Question ouverte

Lidwoorden




Bij vrouwelijk en meervoud eindigt die op -e-, bij ein/kein dus ook.
Hoezo staat er bij meervoud 'keine'?

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der 
diee(de)(()
das 
di
ein 
ein
ein
kein

Slide 20 - Diapositive

Neue Grammatik

Slide 21 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord
mein(e) - dein(e) - sein(e) - ihr(e) - unser(e) - euer(e) -ihr(e) -Ihr(e)

Even oefenen! :) 

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Wat is de vertaling van jouw?
A
mein / meine
B
dein / deine
C
sein / seine
D
ihr / ihre

Slide 26 - Quiz

Wat is de vertaling van hun?
A
unser / unsere
B
euer / eure
C
ihr / ihre
D
Ihr / Ihre

Slide 27 - Quiz

mijn
jouw
zijn
haar
mein / meine
dein / deine
sein / seine
ihr / ihre

Slide 28 - Question de remorquage

ons / onze
jullie
hun
uw
unser / unsere
Ihr / Ihre
ihr / ihre
euer / eure

Slide 29 - Question de remorquage

(zijn)
Wo arbeitet ... Opa (m)?
A
sein
B
seine

Slide 30 - Quiz

(hun)
... Klasse (v) ist sehr klein.
A
ihr
B
ihre

Slide 31 - Quiz

(mijn)
... Mutter (v) heißt Petra.
A
mein
B
meine

Slide 32 - Quiz

(uw)
... Auto (o) ist sehr schön.
A
Ihr
B
Ihre

Slide 33 - Quiz

Gibt es noch fragen?

Slide 34 - Diapositive

An die Arbeit
maken blz. 76  oefening 19-20-21-22-23-26 

Slide 35 - Diapositive