6v Latijn - 2021-11-08 - Plinius 5.23 r. 31-39

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Hoe veel onderschikkende voegwoorden zie je in deze zin?

r. 31: Quo magis nitendum est: wat is een goede vertaling?

1. Het is aan jou om te er meer naar te streven
2. Er moet door jou des te meer naar gestreefd worden
3. Jij moet er des te meer naar streven
4. Daardoor moet jij er meer naar streven

r. 31-32: met welke persoonsvorm verderop moet je alle "ne's" in r. 31-32 verbinden?

r. 33-34: welke woorden vormen het NDG bij (ne) fuisse videaris?

1. missus
2. rudis et incognitus
3. exploratus probatusque
4. humanior melior peritior

r. 31-33: Plinius maakt een vergelijking tussen 2 situaties. Aan welk Latijns woord zie je dat er vergelijkingen gemaakt worden?

Bithynië

Achaea

(in) longinqua provincia

inter servientes

sorte

rudis et incognitus

suburbana (provincia)

(inter) liberos

iudicio

exploratus probatusque

r. 34: cum sit... Hoe verklaar en vertaal je de conjunctivus?

1. conj adhortativus: laat het zo zijn met...
2. conj dubitativus: of het zo is dat...
3. conj na cum: omdat
4. conj na cum: toen

r. 36: Haec velim credas, quod initio dixi. Een goede vertaling is:

1. Dit geloof jij, dat wil ik, omdat ik het in het begin (al) zei
2. Ik zou willen dat je deze dingen gelooft, omdat ik ze in het begin gezegd hebt
3. Ik zou willen dat je dit gelooft, wat ik in het begin zei
4. Ik zou willen dat je gelooft, wat ik in het begin had gezegd

r. 36-37: ringcompositie! Waar denk je aan?

r. 38: "ne". Hoe moet je dit vertalen? Let op "vereor!"

3. r. 38-39: "ne sit.. maximum debet". Waar doelt Plinius op?