Toetsbespreking

Algemene vragen
  1. Wat is een kenmerk van een tekst met als tekstdoel ‘informeren’
  2. Geef een voorbeeld van een tekstsoort bij het tekstdoel instrueren
  3. Noem drie signaalwoorden die een opsomming aangeven.
1) …………………………………………
2) …………………………………………
3) …………………………………………

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Algemene vragen
  1. Wat is een kenmerk van een tekst met als tekstdoel ‘informeren’
  2. Geef een voorbeeld van een tekstsoort bij het tekstdoel instrueren
  3. Noem drie signaalwoorden die een opsomming aangeven.
1) …………………………………………
2) …………………………………………
3) …………………………………………

Slide 1 - Diapositive

Noem vijf tekstdoelen

Slide 2 - Question ouverte

Wat is een kenmerk van een tekst met als tekstdoel ‘informeren’?
A
Is bedoeld om te vermaken.
B
Geeft instructies voor een taak.
C
Biedt feitelijke informatie aan.
D
Bevat persoonlijke meningen.

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Geef voorbeelden van een tekstsoort bij het tekstdoel instrueren.
A
Een gebruiksaanwijzing.
B
Een nieuwsartikel.
C
Een gedicht.
D
Een recept.

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Rokers zijn vaak verslaafd. Deze verslaving is te wijten aan de nicotine die in tabak zit. De nicotine gaat bij het inademen direct (binnen een paar seconden) naar de hersenen en geeft daar een kortdurende kick. Indien het lichaam te weinig nicotine heeft, vraagt het daar om en zet het de roker aan tot het opsteken van een nieuwe sigaret. 

Slide 7 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met kortdurende kick?
A
Een langdurig gevoel van euforie.
B
Een gevoel van misselijkheid.
C
Een acute pijn in de borst.
D
Een fijn gevoel dat van korte duur is.

Slide 8 - Quiz

Waarnaar verwijst het woordje 'het'?
A
De tabak.
B
De sigaret.
C
Het lichaam.
D
De lucht.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Wat is de functie van de afbeelding boven de instructie?
A
Dan weet je wat je nodig hebt.
B
Dan weet je wat je moet doen.
C
voorbeeld
D
Informatie geven

Slide 11 - Quiz

Wat zijn antisliptreden?
A
Treden van hout
B
Treden met speciale griplaag
C
Treden met verf
D
Treden zonder speciale laag

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Afstomen
Afweken
Weekmiddel
30 seconden
apparaat
5 minuten
Spons
Electrisch

Slide 15 - Question de remorquage