Introductie vak verzorging

• Verzorging
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Middelbare school
• Leerjaar 1

Introductie verzorging les 1

Wat weet je aan het eind van deze les:

• Ik weet welke afspraken er zijn in het verzorgingslokaal 
• Ik weet welke materialen er gebruikt worden en waar ze voor dienen.
• Ik weet de hygiëneafspraken bij dit vak
• Ik weet welke vaardigheden ik ga leren tijdens de lessen. 

Voordat we de keuken in gaan!

- Haar vast, platte schoenen, sieraden af, schort om

- Uitleg doeken

- Teil en afdruiprek

- Handen wassen

- Hoe schort om?

Aan de slag 

We maken een woordweb over het vak verzorging. 

Wat weet je al? 

Eerst voor jezelf, daarna vergelijken met buurman of buurvrouw.

Daarna klassikale nabespreking. 

woordweb wat is verzorging?

----------

------                                                      -----

               --------                 Verzorging                                     --------- 

---------                          ----------

---------- 

---------

-------------

-

------------------------ VERZORGING ----------------------

--------------------------- --------------------------------- ------------------------

Opzet en doel van de lessen 

In het vak verzorging leer je voor jezelf en voor anderen zorgen. In de onderbouw ligt

de focus om voor jezelf te zorgen. Zorg betekent dat je aandacht hebt voor de ge- 

zondheid van jezelf en van anderen.

Verzorging is alles doen wat nodig is om de gezondheid van jezelf en anderen in

stand te houden en te verbeteren.

Wat willen wij van jullie weten? 

• Korte voorstelronde: leeftijd
• Ben je allergisch voor bepaalde voeding? 
• Is er sprake van dyslexie?
• Heb je een dieet of andere voedingsvoorschriften? 
• Medicatie tijdens de les 

Keukenspeurtocht 

De komende 2 jaar gaan we vaak in de keuken werken. We gaan natuurlijk koken en bakken, maar ook

schoonmaken, strijken, wassen en ramen zemen.

Vandaag gaan we de keuken ontdekken. Dat wil zeggen dat je straks een speurtocht door de keuken

Je gaat  de spullen uit de kastjes afwassen en we gaan kijken hoe de verschillende materialen heten

Vervolg keukenspeurtocht 

Nu mag je

overal nog komen en alle kasten open doen.

Erna laten we je zien waar je straks alleen nog maar mag komen met toestemming van een docent.

Handen wassen

Doel van de opdracht:

- Je weet hoe belangrijk het is je handen te verzorgen

- Je weet waar je op letten moet bij het verzorgen van je handen

Het is goed om meerdere keren per dag je handen te wassen met zeep. Je verwijdert hiermee vuil en

ziekte kiemende bacteriën. Je handen zien er schoon en verzorgd uit.

Wanneer was je je handen? 

• Als je naar het toilet bent geweest
  
• Als je gehoest hebt in je handen
  
• Voordat je gaat koken of eten 
•  Als je ziet als je handen vies zijn.

Filmpje handen wassen 

Filmpje: 

Aan de slag 

• Met behulp van de kaart gaan jullie om de beurt handen wassen.
• Check bij elkaar of het goed lukt. 

Welke afspraken zijn er voor de praktijk?

• Als je praktijk hebt altijd een schort aan.
• Voor je begint met koken handen wassen.
• Bij lang haar in de staart of haarband.
• Korte en schone nagels.
• Handsieraden, lange ketting en horloge af. 
• Bestekbordje en afvalbakje klaarzetten op je werkplek.

Afspraken voor tijdens en na de praktijklessen

 Bij binnenkomst tas neerzetten in het halletje: op tassen-planken. 

Dan handen wassen volgens de instructiekaart. Dan neem je je theorie tafel af met desinfecterende spray.

- Docenten nemen de praktijkplekken af. Na de praktijkles draagt de leerling er zorg voor dat de praktijkplek huishoudelijk schoongemaakt is aan het einde van de les.

- Voor de praktijklessen neemt de leerling een etensbakje mee om eten wat gemaakt is en niet gegeten wordt tijdens de les mee naar huis te nemen.

-

Vervolg 

 Leerlingen maken zelf de gebruikte materialen van school aan het eind van de les schoon tijdens de afwas en ruimen alles op de daarvoor bestemde plek.

- De laatste 10 minuten van de les gaan we reflecteren op de les. Wat wil dat zeggen?

Per persoon geef je aan wat er wel goed gegaan is en wat niet.

Nabespreking

• Hoe is het gegaan vandaag? 
• Wat ging goed? 
• Wat ging minder? 
• Tops en tips voor jezelf, de klas en de docenten?