16 april: les 25 (herhaling 24)

Welkom havo 2B!

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Welkom havo 2B!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op tafel:
  • Laptop en log in op LessonUp
  • Map
  • Pen
Welkom havo 2B
timer
2:30
  • Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel óf in je tas en daar blijft 'ie dan ook.
  • Jas uit en over je stoel.
  • Tas van tafel.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag dinsdag 16 april: 
  • Lessen PTO 4
  • Les 24 en 25
  • Aan de slag

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PTO 4
Lessen: 
24, 25, 26, 27, 28, 30, 32, 33, 35, 40, 41, 42 en 44. 


Lessen waarmee je oefent op NUMO: les 27, 28, 35, 40 en 42. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is je aanhef in een brief naar een formeel persoon?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke aanhef kies je als je een mail aan je docent stuurt?
A
Yoooo!
B
Beste mevrouw/meneer,
C
Beste mevrouw/meneer Achternaam,
D
Geen aanhef

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zin gebruik je in een formele brief?
A
Tot mijn spijt was ik gisteren te laat voor de verkoop.
B
Ik vind het super jammer dat ik gisteren te laat was voor de verkoop.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zin is informeel?
A
Hey, lekkere vakantie gehad?
B
Heeft u genoten van de vakantie?

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn woorden die horen bij formeel taalgebruik?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Woorden die horen bij formeel taalgebruik:
Geen afkortingen
Geen spreektaal
Wel 'u' 
mevrouw / meneer
Beste / Geachte

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen les
  1. R
  2. T1
  3. T2
  4. I


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 25 
Lesdoel: Ik weet wat een overtuigende tekst is. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overtuigende teksten
Overtuigende teksten willen mensen overtuigen van een mening.
Vb. een affiche, een gezondheidstip...

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overtuigende teksten
Overtuigende teksten willen mensen overtuigen van een mening.
Vb. een affiche, een gezondheidstip...

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overtuigende teksten

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een overtuigende tekst?
A
Daarin geef je jouw mening
B
Daarin staan alleen feiten

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



In een overtuigende tekst wil je iemand ........
Met een overtuigende tekst wil je......?
A
Jouw mening duidelijk maken
B
Iemand overhalen om iets te doen
C
Iemand uitnodigen
D
Iemand informeren

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Overtuigende tekst
A
De schrijver wil de lezer informeren.
B
In een overtuigende tekst staan feiten.
C
Een lesboek is een overtuigende tekst.
D
De schrijver overtuigt lezer van mening .

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een overtuigende tekst...
A
bestaat vooral uit de mening van de schrijver.
B
geeft informatie over een bepaald onderwerp.
C
wil jou als lezer vermaken
D
wil jou als lezer in actie brengen.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Overtuigende tekst
A
een overtuigende tekst bevat alleen feiten
B
in een overtuigende tekst staat een mening
C
een betoog is GEEN overtuigende tekst
D
een overtuigende tekst wil je iets leren

Slide 21 - Quiz

t/m hier gekomen. 
Een overtuigende tekst is een ...
A
tekstdoel
B
tekstsoort
C
tekstvorm

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Overtuigende tekst

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een betoog is een overtuigende tekst. Wat is ook een overtuigende tekst?
A
Het weerbericht
B
Een bijsluiter van medicatie
C
een column
D
Een reclametekst

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

het doel van een overtuigende tekst =
A
de lezer iets nieuws vertellen
B
een mening geven / uitleggen waarom die mening waar is
C
de lezer uitleggen hoe iets in elkaar zit
D
de lezer overhalen iets te gaan doen

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

INFORMATIEVE TEKST
OVERTUIGENDE TEKST

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Instruerende tekst
Informerende tekst
Overtuigende tekst

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Amuserende tekst
Informerende tekst
Overtuigende tekst

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

amuserende tekst
overtuigende tekst
activerende tekst

Slide 29 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Laptops dicht.
Schrijf de antwoorden in je schrift/map. 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerlingen die een leesboek mogen uitkiezen: 
Najoua
Anouar
Imran
Tsvetelin
Alina
Salman
Amal
Amira
Hassaan

Momna
Arda
Hamza
Salma

Sta je hier nog niet bij, dan moet je nog een ander leesboek inleveren. 
Neem dat boek donderdag mee en lever het in bij je docent. 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions