Lesson 4 (2)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Today

1. WRTS time!
2. Rewind
3. Homework check
4. Grammar: lidwoorden
5. Practise!
6. (home)work
7. Looking back

Aan het einde van deze les..

1. .. weet je welke lidwoorden er in het Engels zijn.
2. .. weet je wanneer je welk lidwoord moet gebruiken.
3. .. heb extra geoefend met de words, phrases en grammar van lesson 4. 

Schrijf de Engels vraagwoorden en hun Nederlandse vertaling op.

Schrijf een Engelse zin op, waarbij je een vraagwoord gebruikt.

2. Homework check

Homework was:

• exc. 37 t/m 39 

Please, open p. 87

Check together: exc. 37/38/39

Lidwoorden

Please, take out your notebook

Wat zijn  lidwoorden?

• Neem over:
• Lidwoorden zijn woorden die je vóór het zelfstandig naamwoord zet.
• In het Nederlands: de, het en een
• In het Engels: a en an
  
  
• a pizza
• a mobile
• a game
• a Euro

• an apple
• an iPhone
• an example
• an hour

• Hoe komt het, denk je, dat je voor sommige woorden 'a' als lidwoord moet gebruiken en voor andere woorden 'an'? 

LUISTER nog eens goed!

• a pizza
• a mobile
• a game
• a Euro
  

• an apple
• an iPhone
• an example
• an hour

Welke letter hoor je aan het begin?

Neem over:

Als de uitspraak begint met een klinker (a, e, o, u, i) dan gebruik je AN.

Als de uitspraak begint met een andere letter (medeklinker) dan gebruik je A

LessonUp

... PIECE OF CAKE

1. A
2. AN

... SNAKE

1. A
2. AN

... UNICORN

1. A
2. AN

... UMBRELLA

1. A
2. AN

... MP3 PLAYER

1. A
2. AN

Homework:

Friday, July 1st:

Maken:

• exc. 42 t/m 44 (p.90-92)
• Unit 6, lesson 4, practise more (online)

Leren:

words lesson 1, 2  & 4 (p.160)

Phrases, lesson 2 (p.161)

Tuesday, July 4th:

SO words, phrases & grammar unit 6

Leren: checkbook unit 6  (p.159-161)

Friday, July 8th:

Skills test, unit 6 (listening, reading & writing)

Leren: checkbook unit 6 (p.159-161)

Hoe weet je of je 'a' of 'an' als lidwoord moet gebruiken?