5. Regenten en vorsten - 3. De gouden eeuw

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Lesopzet

K: presentatie §3

Z: maken §3 (tm vraag 7)

Klaar? Ga verder met je studiewijzer.

Vorige keer...

• Je kunt beschrijven wat er gebeurde met mensen die tot slaaf waren gemaakt. 

Hoe werd je slaaf?

• In Afrika waren er oorlogen tussen stammen.  > Overwonnen stamleden werden als slaaf verkocht. 

Hoe werd je slaaf?

• Door de plantages nam de vraag toe. > Hierdoor kwamen er rooftochten om slaven te maken. 

Hoe werd je slaaf?

• Deze slaven werden naar Europese forten aan de kust gebracht. (Bijvoorbeeld het Nederlandse Elmina)

Slavenschip

plantages

verzet

• Oogst laten mislukken
• weglopen
• opstand

Deze keer...

• Je kunt uitleggen wie in de Republiek de meeste macht hadden.
• Je kunt 4 sociale lagen beschrijven in de Nederlandse steden. 

De opstand

• 1568 - 1648
• Een aantal gewesten vocht tegen de Spaanse koning 

Republiek de 7 Verenigde Nederlanden

• 1588
• Geen echte eenheid > Ieder gewest had een eigen bestuur

Republiek de 7 Verenigde Nederlanden

• Samenwerking bij handel en oorlog

Republiek de 7 Verenigde Nederlanden

• Bestuurd door Regenten (Rijke burgers)

Van vader...

... op zoon.

Stadhouder

• Baas van de vloot en het leger
• De gewesten kozen meestal 'Oranjes' 

Je kunt 4 sociale lagen beschrijven in de Nederlandse steden. 

4 sociale lagen

Rijke kooplieden:

• Kleine groep 
• Handelskapitalisme maakte hen erg rijk
• Woonden in mooie huizen
• Zaten in het bestuur van de stad

4 sociale lagen

Winkeliers en ambachtslieden:

• grotere groep
• Woonden boven hun winkel of werkplaats

4 sociale lagen

arbeiders:

• laden en lossen in havens
• In dienst van winkeliers, ambachtslieden of handelaren.

4 sociale lagen

Armen:

• Werkloos, oud of ziek
• Afhankelijk van kerk en bedelen.

Lesopzet

K: presentatie §3

Z: maken §3 (tm vraag 7)

Begin op blz. 84

Klaar? Ga verder met je studiewijzer.