Industriële revolutie 5.4 Feniks

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Jullie kennen de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders tijdens de industriële revolutie

Jullie kunnen uitleggen waarom deze omstandigheden zo waren
Planning
5 min instap
15 min uitleg
10 min quiz
20 min spel
10 min afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Tegengestelde belangen
De fabriekseigenaren hadden veel geld geïnvesteerd. Dit wilden ze snel terug verdienen en veel winst maken.
Aan veel uitgaveposten konden ze weinig veranderen. Zoals de kosten van de machines en de grondstoffen. De lonen konden ze wel verlagen.

Er was een groot overschot aan arbeiders. Dus ze konden de arbeiders langer laten werken voor minder geld.

Slide 3 - Diapositive

Hoezo langer werken voor minder geld?
Vraag en aanbod
Meer arbeiders = meer aanbod
Als arbeiders niet wilden werken kon de fabrikant gewoon andere arbeiders aannemen.
Vrouwen en kinderen werden ook minder betaald dan volwassen mannen.

Slide 4 - Diapositive

Werkomstandigheden
Nachtarbeid
2 ploegen, de ene overdag 12 uur, de ander 's nachts.
Veel ongelukken, weinig veiligheid

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

streng toezicht en zware straffen
De fabrikanten deden weinig om deze situatie te verbeteren.
De fabrikanten waren zelf niet vaak aanwezig. Ze hadden opzichters die de baas waren in de fabriek.
De opzichters moesten er voor zorgen dat er zoveel mogelijk geld verdient werd. 
Er kwamen strenge regels waar de arbeiders zich aan moesten houden.

Slide 7 - Diapositive

Leefomstandigheden
De steden groeiden heel snel (agrarische & demografische revolutie)

Kleine dorpen was men eerst vooral bezig met landbouw en nijverheid. Door de opkomst van de stoommachines en fabrieken veranderde dit. Urbanisatie

Rondom deze fabrieken gingen de arbeiders wonen. Hierdoor groeide de steden.

Slide 8 - Diapositive

Snel gebouwde wijken
Voor een snelgroeiende industriestad was er geen tijd voor een goed uitbereidingsplan.
Fabrikanten lieten dicht bij de fabrieken zoveel mogelijk huizen bouwen in op zo min mogelijk ruimte.
(Bijna) geen waterleidingen, riolering en afvalverwijdering.
Deze wijken werden rommelig en smerig. Hierdoor braken meer ziektes uit.

Burgers en fabrieken dumpten afval in rivieren.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Hoe zorgde de fabrikanten ervoor dat ze zoveel mogelijk winst maakten?

Slide 11 - Carte mentale

Werkomstandigheden
Leefomstandigheden
Weinig loon
Strenge opzichters
Weinig eten
Boetes voor fouten
Ploegen van 12 uur
Slechte hygiëne
Te kleine huizen te dicht op elkaar
Geen riolering

Slide 12 - Question de remorquage

Wat was het belangrijkste doel van de Fabrikanten?
A
Zoveel mogelijk geld verdienen
B
Zoveel mogelijk producten maken
C
Zoveel mogelijk mensen aan het werk hebben
D
De arbeiders zo goed mogelijk betalen

Slide 13 - Quiz

Wat is GEEN reden voor het toenemende aantal arbeiders
A
Groeiend bevolkingsaantal
B
Minder mensen nodig op de boederij
C
Grotere fabrieken
D
Huisnijverheid werd minder door opkomst fabrieken

Slide 14 - Quiz

Fabriekseigenaardig spel
Groepjes van 4

Slide 15 - Diapositive