H4 - TH5 regeling - BS1

Thema 5: Regeling
hormonen en zenuwen
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Thema 5: Regeling
hormonen en zenuwen

Slide 1 - Diapositive

plan
vandaag BS1+2
donderdag BS3
volgende week BS 4+5
week erna BS 6+ thema 6 waarnemen (BS1+2)
verwacht 30 maart de toets!! 

Slide 2 - Diapositive

Thema 5: Regeling
Basisstof 1:
Regeling en homeostase

Slide 3 - Diapositive

planning
thema 5 - regeling
thema 6 - 6.1+6.2 waarnemen 
toets -> eind maart datum volgt nog

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen BS1
Na deze les kun je:
  • beschrijven hoe regelkringen een rol spelen bij het handhaven van de homeostase bij de mens.


Slide 5 - Diapositive

  • normwaarde
  • regelkring
  • dynamische evenwicht
  • homeostase
  • negatieve terugkoppeling
  • positieve terugkoppeling
  • uitwendig milieu 
  • inwendig milieu 
Begrippen uit BS1  

Slide 6 - Diapositive

Homeostase
In ons lichaam vinden veel processen plaats, die leiden tot de aanmaak of afgifte van stoffen aan het intern milieu (bloed en weefselvloeistof). 
Teveel of te weinig van een bepaalde stof kan leiden tot problemen voor het lichaam. Daarom is het belangrijk dat het lichaam een balans bewaart.
Homeostase
Biojuf - Intern mileu

Slide 7 - Diapositive

inwendig en uitwendig milieu
uitwendig milieu
  • direct contact met omgeving
  • eencelligen volledig in contact uitwendig milieu
  • o.a. inhoud darmen, longen en blaas
inwendig milieu
  • geen direct contact omgeving
  • meercellige organismen meeste cellen niet met uitwendig milieu in contact 
  • 1 cellaag tussen
  • o.a. bloed, weefselvloeistof, cellen

Slide 8 - Diapositive

Homeostase
Ons lichaam houdt het interne milieu (bloed en weefselvloeistof) zoveel mogelijk stabiel door stoffen af te geven en op te nemen. De regeling ligt bij het zenuw- en hormoonstelsel.

Slide 9 - Diapositive

Homeostase
Het behouden van deze balans noemt men homeostase.
Het lichaam meet en vergelijkt de concentraties van stoffen in het intern milieu en stuurt bij als dat nodig is.
Het evenwicht dat onstaat is een dynamisch evenwicht dat schommelt rondom een normwaarde, dankzij een regelkring.
Homeostase

Slide 10 - Diapositive

Bedenk een aantal processen die worden gereguleerd door middel van homeostase in het menselijk lichaam

Slide 11 - Carte mentale

Voorbeelden van processen, gereguleerd door middel van homeostase

  • Lichaamstemperatuur
  • pH balans
  • Water balans
  • balans opgeloste zouten in bloed
  • Bloeddruk
  • Bloedsuikerspiegel
  • CO2 en O2 balans (gaswisseling)

Slide 12 - Diapositive

Regelkringen
Regelkringen berusten op een feedbackloop.
Deze feedbackloops maken gebruik van positieve- en negatieve terugkoppeling.

Denk maar aan de werking van de thermostaat thuis, in de woonkamer:
  1. Te warm > ketel slaat af
  2. Temperatuur zakt onder normwaarde
  3. Te koud > ketel slaat aan
  4. Temperatuur stijgt boven norwaarde
  5. Terug naar 1.

Slide 13 - Diapositive

termen 
effector
conductor
regelcentrum/controle centrum
receptor

Slide 14 - Diapositive

termen 
receptor -> zintuigen
conductor (geleider)-> zenuwen
regelcentrum/controle centrum
-> centrale zenuwstelsel
effector -> spieren en klieren

Slide 15 - Diapositive

Regelkringen
In het voorbeeld van de thermostaat is de kachel de effector.
De effector is in het menselijk lichaam vaak een hormoonklier. Het hormoon bindt zich aan een speciale receptor op een cel en activeert daarmee een bepaald celproces.

Slide 16 - Diapositive

Negatieve terugkoppeling
Negatieve terugkoppeling
Hormonen remmen hun eigen aanmaak, waardoor een effect niet steeds sterker wordt en uit de hand loopt.


Oftewel:
Hoe meer van het hormoon aanwezig is, hoe minder er zal worden aangemaakt (+/-). 
Hoe minder van het hormoon aanwezig is, hoe meer er zal worden aangemaakt (-/+).

Deze +/- en -/+ relatie noemt men negatieve terugkoppeling.

Slide 17 - Diapositive

Voorbeeld regelkring

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Je weet nu hoe een negatieve terugkoppeling werkt en omschreven kan worden. Omschrijf kort hoe een positieve terugkoppeling werkt.

Slide 20 - Question ouverte

Wat betekent homeostase?
A
Instandhouden van een dynamisch evenwicht in het inwendig milieu van een organisme
B
Als je iets in balans brengt
C
Als je ervoor zorg dat je weer opwarmt als je het koud hebt.
D
Een regelkring

Slide 21 - Quiz

Welke maatregel valt NIET
onder homeostase?
A
Daling van de hartslag
B
Diepere en sneller ademhalen
C
Voldoende rust nemen
D
Stijging van de concentratie glucagon in het bloed

Slide 22 - Quiz

Een regelkring is
A
Overleg in een kring waarbij er iets geregeld moet worden
B
Proces in het lichaam waarbij de norm gehandhaafd wordt
C
Iets in mijn lichaam
D
Homeostase

Slide 23 - Quiz

Testosteron remt indirect zijn eigen productie. Dit noemen we ...
A
homeostase
B
positieve terugkoppeling
C
negatieve terugkoppeling
D
hormoonremming

Slide 24 - Quiz

Bij een regelkring kan positieve terugkoppeling plaatsvinden. Waarom komt deze vorm
bijna niet voor bij homeostase?
A
Door positieve terugkoppeling schommelt de waarde van het interne milieu niet om een bepaalde norm.
B
Door positieve terugkoppeling wordt niet alleen het interne milieu geregeld maar ook het externe milieu.
C
Positieve terugkoppeling werkt niet met hormonen en het zenuwstelsel.
D
Positieve terugkoppeling heeft geen invloed op het interne milieu.

Slide 25 - Quiz

Bij moeders die borstvoeding geven komt tijdens de borstvoeding extra prolactine vrij. Hier is in feite sprake van..
A
positieve terugkoppeling
B
negatieve terugkoppeling
C
positieve invloed op homeostase
D
negatieve invloed op homeostase

Slide 26 - Quiz

Op welk organisatieniveau (thema 1) vindt homeostase plaats?
A
cel
B
orgaan
C
organisme
D
populatie

Slide 27 - Quiz

De osmotische waarde van urine kan enorm verschillen van dag tot dag. Je bloed heeft altijd zo'n beetje dezelfde osmotische waarde. Hoe komt dat?
A
Omdat je nieren geen homeostase kennen
B
Omdat er geen factoren zijn die de osmotische waarde van bloed beïnvloeden
C
Omdat de normwaarde van osmotische waarde voor urine varieert
D
Omdat de nieren het bloed rond de normwaarde voor osmotische waarde houden

Slide 28 - Quiz

Bij de bevalling van een baby speelt oxytocine een belangrijke rol. Hoe stopt deze regelkring?
A
De hormoon klieren raken vermoeid en maken steeds minder oxytocine aan.
B
Het stopt nadat het kind geboren is, omdat er dan geen baby meer tegen de baarmoeder aan drukt.
C
Er treed gewenning op, oxytocine zal steeds minder effect hebben.
D
Deze stopt niet uit zichzelf en er zal een tegengif gevonden moeten worden.

Slide 29 - Quiz

regelkringen in de BINAS

Slide 30 - Diapositive

BINAS 87B

Slide 31 - Diapositive

Huiswerk bij BS1

Maak de opdrachten 1-3

Slide 32 - Diapositive