V2 - K6 Paragraf A: Sehen

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

V2 - Woche 10 - Stunde 1

Aan het begin van de les

1. Zoek (rustig) je plekje op. 

2.Leg op de hoek van je tafel: 

• Duits boek, (Neue Kontakte vwo 1-2 B)
• Duits schrift, 
• pen

3. Absentie controle

Planung

Overhoren: Wochenaufgaben K6 Lernliste C und Sprachmittel

Neues Kapitel: wohnen (K7)

• Vokabeln: Lernliste A (D-N)
• Sehen: Wohnen in einer Mühle + Aufgabe 1, 2

Ziele

Leerdoel checken

• Je kunt vragen stellen en antwoorden geven over hobby's en vrije tijd. 

Nieuw leerdoel

• Je leert nieuwe woorden over het thema wonen en verbreedt je (receptieve) woordenschat
• Je kunt een video over wonen in een molen globaal begrijpen 

Wochenaufgaben: fertig und kennen

Was	Wochenaufgaben besprechen en overhoren *VGP2: nog nakijken Grammatik
Wie	1. Schriftlich: Notiere die Vokabeln auf dem Blatt. 2. Mündlich: Stelle die Fragen und beantworte sie in ganzen Sätzen wenn du dran bist.
Mit wem	in der Klassen, selbstständig, in Ruhe
Zeit	10 Minuten/ * 15 Minuten

Weißt du es noch? - zwakke werkwoorden

Hilfsmittel: Grammatikübersicht S.176/177

Kaptel 7 Thema - wohnen 

Besprechen: Vokabeln - Lernliste A (D-N) S.61

A: Sehen Wohnen in einer Mühle

Lernziel	Je kunt een eenvoudig interview over wonen in een molen globaal begrijpen (A1)
Was	K4 Aufgabe 1, 2 (S.12)
Wie	Aufgabe 1: Lies die Fragen vor dem Hören und unterstreiche wichtige Wörter. Kreuze während des Hörens die richtigen Antworten an. Aufgabe 2: Wähle die passenden Wörtern.
Mit wem	Aufgabe 1: gemeinsam Aufgabe 2: selbstständig
Zeit	Diese Stunde, am Ende besprechen
Fertig	Leren: weektaak - K7 Lernliste A D-N Im Voraus machen - K7 Paragraf B Wortschatz Aufgabe 4 -12

nächste Stunde

• Weißt du es noch? zwakke werkwoorden (stam + esttenten) + Vokabeln Freizeit
  
• Thema: wohnen (K7): K7 B Wortschatz Aufgabe 4 - 12

Blijf op je plek tot de docent aangeeft dat het lesuur voorbij is. 

Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter. Danke! 

Weißt du es noch? - Vokabeln

Übersetze die Vokabeln ins Heft

• paardrijden, gereden                         
  
• voetballen
  
• naar de bioscoop gaan
  
• zwemmen
  
• fietsen
  
• dansen
  
• aan sport doen
  
• op maandag, op dinsdag, op woensdag, op donderdag, op vrijdag, in het weekend