oefenen grammatica en spelling SO 3K

Oefenen grammatica 
blok 1

1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Oefenen grammatica 
blok 1

Slide 1 - Diapositive

Maak een basiszin.

Slide 2 - Question ouverte

Pas bij de volgende zin de tijdproef toe.
Schrijf de zin op die veranderd is.

'Deze bloemen kocht ik voor mijn jarige tante'.

Slide 3 - Question ouverte

Dat heb je mooi gemaakt!
heb =
A
PV
B
OND
C
WWG
D
lv

Slide 4 - Quiz

Kunnen jullie dat probleem zelf oplossen?
kunnen =
A
PV
B
OND
C
WWG
D
lv

Slide 5 - Quiz

Wij moeten de trein naar Apeldoorn halen.
de trein naar Apeldoorn =
A
PV
B
OND
C
WWG
D
lv

Slide 6 - Quiz

De dokter heeft de patiënt grondig onderzocht.
heeft onderzocht =
A
PV
B
OND
C
WWG
D
lv

Slide 7 - Quiz

Lotte geeft Hendrik een roos.
een roos =
A
PV
B
OND
C
WWG
D
LV

Slide 8 - Quiz

Ik heb gisteren heerlijk gegeten.
heb =
A
PV
B
heel ww
C
vdw
D
lv

Slide 9 - Quiz

Ik heb gisteren heerlijk gegeten.
gegeten =
A
PV
B
heel ww
C
vdw
D
lv

Slide 10 - Quiz

Wij moeten zelf onze boodschappen doen.
doen =
A
PV
B
heel ww
C
vdw
D
lv

Slide 11 - Quiz

Mijn vader heeft de bbq aangestoken.
aangestoken =
A
PV
B
heel ww
C
vdw
D
lv

Slide 12 - Quiz

Harrie en Henk lezen de gebruiksaanwijzing.
de gebruiksaanwijzing =
A
PV
B
heel ww
C
vdw
D
lv

Slide 13 - Quiz

Noteer hieronder een basiszin.

Slide 14 - Question ouverte

Kon je het weer niet laten?
ond =

Slide 15 - Question ouverte

De politieman wilde hem aanhouden.
pv =

Slide 16 - Question ouverte

Harrie geeft Henk een klap.
lv =

Slide 17 - Question ouverte

Maak een zin in de t.t. waar het woordje 'maken' een pv is.

Slide 18 - Question ouverte

Maak een zin in tt waarin 'maken' een heel werkwoord is.

Slide 19 - Question ouverte

Maak een zin met het voltooid deelwoord van 'maken' erin.

Slide 20 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord van 'ontvangen'

Slide 21 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord van 'repareren'?

Slide 22 - Question ouverte

wat is het voltooid deelwoord van 'helpen'

Slide 23 - Question ouverte

wat is het voltooid deelwoord van zijn?

Slide 24 - Question ouverte

Noteer de twee persoonsvormen van de volgende zin:

De hond moet straks nog worden uitgelaten, want dat is nog niet gebeurd.

Slide 25 - Question ouverte

Noteer de twee persoonsvormen van de volgende zin:

Ik drink mijn koffie altijd met suiker omdat hij anders bitter smaakt.

Slide 26 - Question ouverte

Noteer de twee persoonsvormen van de volgende zin:

Mijn oma houdt erg van borduren want daar wordt ze rustig van.

Slide 27 - Question ouverte

Die vrouw gaat op de stoel staan, zodra ze een spin ziet.
A
Hoofdzin - bijzin
B
Bijzin - hoofdzin
C
Hoofdzin - hoofdzin

Slide 28 - Quiz

Ik wil een fiets en ik wil ook een PlayStation kopen.
A
Hoofdzin - bijzin
B
Bijzin - hoofdzin
C
Hoofdzin - hoofdzin

Slide 29 - Quiz

Samuel en Thomas hebben gisteren een ongeluk gezien toen ze naar huis fietsten.
A
Dit zijn twee hoofdzinnen
B
Dit zijn een hoofdzin en een bijzin

Slide 30 - Quiz


A
rood = hoofdzin
B
rood = bijzin

Slide 31 - Quiz


A
rood = hoofdzin
B
rood = bijzin

Slide 32 - Quiz

Noteer uit de volgende zin de persoonsvorm en het voltooid deelwoord.
Benoem wat de pv en wat het vdw is

Ik heb nooit geweten dat je mij leuk vond.

Slide 33 - Question ouverte

Noteer uit de volgende zin de persoonsvorm en het voltooid deelwoord.
Benoem wat de pv en wat het vdw is

Wij zijn gisteren betrapt.

Slide 34 - Question ouverte

Noteer uit de volgende zin de persoonsvorm en het voltooid deelwoord.
Benoem wat de pv en wat het vdw is

Mijn vader heeft een mooi schilderij gemaakt.

Slide 35 - Question ouverte

Noteer uit de volgende zin de persoonsvorm en het voltooid deelwoord.
Benoem wat de pv en wat het vdw is

Hij is nooit naar het melklokaal gegaan.

Slide 36 - Question ouverte

Spel de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op een goede manier:

Ons vliegtuig ... (landen) veel later dan gepland.

Slide 37 - Question ouverte

Spel de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op een goede manier:

Mijn ouders ... (wachten) vast al langer dan een uur in de aankomsthal.

Slide 38 - Question ouverte

Spel de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op een goede manier:

Vanwege de mist ... .(landen) vandaag alle vliegtuigen later.

Slide 39 - Question ouverte

Spel de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op een goede manier:

Wat ... (vinden) jij van onze nieuwste gymleraar?

Slide 40 - Question ouverte

Spel de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op een goede manier:

Karim ... (vinden) hem heel streng.

Slide 41 - Question ouverte


houden=
A
klankvast
B
klankveranderend

Slide 42 - Quiz


maken=
A
klankvast
B
klankveranderend

Slide 43 - Quiz


juichen=
A
klankvast
B
klankveranderend

Slide 44 - Quiz


wensen=
A
klankveranderend werkwoord
B
klankvast werkwoord

Slide 45 - Quiz

Klankvast of klankveranderend?

Rennen
A
Klankvast
B
Klankveranderend

Slide 46 - Quiz

Is
FIETSEN
een klankvast
werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 47 - Quiz

Spel de persoonsvorm in de verleden tijd op de juiste manier.

Op het slaapfeestje van Roos ... (maken) we veel selfies.

Slide 48 - Question ouverte

Spel de persoonsvorm in de verleden tijd op de juiste manier.

Mijn moeder ... (branden) haar hand aan de oven.

Slide 49 - Question ouverte

Spel de persoonsvorm in de verleden tijd op de juiste manier.

Mijn vader ... (brengen) zijn fiets naar de fietsenmaker.

Slide 50 - Question ouverte

Spel de persoonsvorm in de verleden tijd op de juiste manier.

De bloemist ... (verpotten) de plant van de ene naar de andere pot.

Slide 51 - Question ouverte

Ik vond deze oefening
A
gemakkelijk
B
moeilijk
C
ik weet het niet

Slide 52 - Quiz

Dat was het. 

Slide 53 - Diapositive