HAVO - LES 2 BS 1 Voedingsmiddelen & -stoffen
1 / 26
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Hoe goed heb je de leerdoelen bestudeerd?
😒🙁😐🙂😃
Slide 6 - Sondage
Hoe goed beheers je de leerdoelen al?
😒🙁😐🙂😃
Slide 7 - Sondage
Wat is het verschil tussen voedingsmiddelen & voedingsstoffen?
Slide 8 - Question ouverte
Wat is de belangrijkste functie van eiwitten in ons lichaam?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof
Slide 9 - Quiz
Welke 6 groepen voedingsstoffen zijn er?
Slide 10 - Carte mentale
Wat is de belangrijkste functie van koolhydraten in ons lichaam?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof
Slide 11 - Quiz
Wat is de belangrijkste functie van vitaminen in ons lichaam?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof
Slide 12 - Quiz
Wat is de belangrijkste functie van vetten in ons lichaam?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof
Slide 13 - Quiz
Wat is de belangrijkste functie van mineralen in ons lichaam?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof
Slide 14 - Quiz
Wat is de belangrijkste functie van water in ons lichaam?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof
Slide 15 - Quiz
Welke stoffen kunnen worden opgeslagen als reservestof?
A
Vitaminen, mineralen & eiwitten
B
Koolhydraten & vetten
C
Water & koolhydraten
D
Vetten, eiwitten & mineralen
Slide 16 - Quiz
Deze voedingsmiddelen zijn rijk in ...
A
Vitaminen
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Mineralen
Slide 17 - Quiz
Deze voedingsmiddelen zijn rijk in ...
A
Vitaminen
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Mineralen
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
Welke voedingsmiddelen bevatten veel voedingsvezels?
Slide 20 - Question ouverte
In de afbeelding zie je een aantal moleculen. Bij welke groep voedingsstoffen horen deze moleculen?
A
Vetten
B
Eiwitten
C
Koolhydraten
D
Vitaminen
Slide 21 - Quiz
Atypische myopathie is een paardenziekte die kan ontstaan als paarden vruchten van de esdoorn eten. Door de gifstof in de vruchten wordt de stofwisseling in de spiercellen verstoord. In een later stadium worden spiercellen afgebroken en door een verstoring van het uitscheidingsstelsel komen eiwitten in de urine terecht. Een paard kan aan deze ziekte overlijden. Door de verstoring van de stofwisseling in de spiercellen kunnen vetten niet meer als brandstof gebruikt worden.
Noem een voedingsstof die de spiercellen dan nog wél als brandstof kunnen gebruiken.
Noem een voedingsstof die de spiercellen dan nog wél als brandstof kunnen gebruiken.
Slide 22 - Question ouverte
Door de hoofdpersoon in een tekenfilm veel spinazie te laten eten probeerde men vroeger deze groente populair te maken. Het mineraal ijzer in de spinazie maakte de man in deze film buitengewoon sterk. In spinazie zit inderdaad ijzer, maar dat je er zo sterk van zou kunnen worden, is verzonnen.
Welke functie van voedingsstoffen heeft ijzer?
Welke functie van voedingsstoffen heeft ijzer?
Slide 23 - Question ouverte
Karel leest in een kookboek dat je sommige bloemen kunt eten. Hij kiest een recept voor een bloementaart uit. Enkele van de benodigde ingrediënten staan hieronder.
100 g roomboter, 150 mL melk, 300 g tarwemeel, 400 g bloemkool, 150 g pompoenpitten, gele kroonbladeren van zonnebloemen, paarse kroonbladeren van viooltjes, 1 citroen.
De meeste ingrediënten bevatten vezels.
Noteer een ingrediënt uit dit recept dat geen vezels bevat.
100 g roomboter, 150 mL melk, 300 g tarwemeel, 400 g bloemkool, 150 g pompoenpitten, gele kroonbladeren van zonnebloemen, paarse kroonbladeren van viooltjes, 1 citroen.
De meeste ingrediënten bevatten vezels.
Noteer een ingrediënt uit dit recept dat geen vezels bevat.
Slide 24 - Question ouverte
Nu we de leerdoelen hebben gecheckt. In hoeverre heb je leerdoel 1 al onder de knie?
1. uitleggen wat voedingsmiddelen zijn
1.1 benoemen wat voedingsmiddelen zijn
1.2 vijf voorbeelden van voedingsmiddelen noemen
1.3 kan meerdere voorbeelden van plantaardige en dierlijke voedingsmiddelen noemen.
1. uitleggen wat voedingsmiddelen zijn
1.1 benoemen wat voedingsmiddelen zijn
1.2 vijf voorbeelden van voedingsmiddelen noemen
1.3 kan meerdere voorbeelden van plantaardige en dierlijke voedingsmiddelen noemen.
😒🙁😐🙂😃
Slide 25 - Sondage
Nu we de leerdoelen hebben gecheckt. In hoeverre heb je leerdoel 2 al onder de knie?
2. uitleggen wat voedingsstoffen zijn
2.1 kan benoemen wat voedingsstoffen en voedingsmiddelen zijn
2.2 kan vier functies van voedingsstoffen benoemen, uitleggen en afleiden
2.3 kan zes groepen voedingsstoffen en hun functies benoemen en afleiden
2.4 kan van iedere groep voedingsstoffen minimaal drie voorbeelden van voedingsmiddelen noemen
2. uitleggen wat voedingsstoffen zijn
2.1 kan benoemen wat voedingsstoffen en voedingsmiddelen zijn
2.2 kan vier functies van voedingsstoffen benoemen, uitleggen en afleiden
2.3 kan zes groepen voedingsstoffen en hun functies benoemen en afleiden
2.4 kan van iedere groep voedingsstoffen minimaal drie voorbeelden van voedingsmiddelen noemen
😒🙁😐🙂😃
