oefenen H7 omtrek en oppervlakte (BB)

oefenen H7: omtrek en oppervlakte (BB)

Deze oefentoets heeft 15 dia's (14 vragen).
Als je klaar bent kun je zelf de antwoorden bekijken.
Wees kritisch in wat je nog moet oefenen/leren voor de toets.

Noteer berekeningen in je schrift (ook bij meerkeuzevragen).
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

oefenen H7: omtrek en oppervlakte (BB)

Deze oefentoets heeft 15 dia's (14 vragen).
Als je klaar bent kun je zelf de antwoorden bekijken.
Wees kritisch in wat je nog moet oefenen/leren voor de toets.

Noteer berekeningen in je schrift (ook bij meerkeuzevragen).

Slide 1 - Diapositive

Een rechthoek is 7 bij 4 cm. Bereken de omtrek en de oppervlakte.
A
omtrek = 11 cm, oppervlakte = 28 cm²
B
omtrek = 22 cm, oppervlakte = 35 cm²
C
omtrek = 11 cm, oppervlakte = 11 cm²
D
omtrek = 22 cm, oppervlakte = 28 cm²

Slide 2 - Quiz


A
De omtrek is 70 m en de oppervlakte is 304 m²
B
De omtrek is 54 m en de oppervlakte is 150 m²
C
De omtrek is 70 m en de oppervlakte is 150 m²
D
De omtrek is 1500 m en de oppervlakte is 150 m²

Slide 3 - Quiz

Welke twee gegevens heb je nodig om de oppervlakte van een parallellogram te berekenen?
A
omtrek en lengte
B
lengte en breedte
C
basis en hoogte
D
(basis x hoogte) : 2

Slide 4 - Quiz

De basis van een driehoek is 8 cm, de hoogte is 5 cm.

Wat zijn de omtrek en de oppervlakte?
A
20 cm
B
40 cm²
C
20 cm²
D
13 cm²

Slide 5 - Quiz

De basis van een driehoek is 8 cm, de hoogte is 5 cm.

Wat zijn de omtrek en de oppervlakte?
A
13 cm en 20 cm
B
26 cm en 40 cm²
C
26 cm en 20 cm²
D
16 cm² en 20 cm²

Slide 6 - Quiz

Bereken de omtrek en oppervlakte

Slide 7 - Question ouverte


Schrijf de omtrek en de oppervlakte op van de figuren hieronder.
Herleid je antwoorden.

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de formule van oppervlakte?
en welke eenheid?
Wat is de formule van omtrek?
en welke eenheid?
Wat is de formule van inhoud?
en welke eenheid?
oppervlakte
omtrek
inhoud
m
LxB
L+L+B+B
LxBxH

Slide 9 - Question de remorquage

Sleep de vierkanten naar de bijbehorende omtrek en/of oppervlakte.
timer
5:00
A
B
C
D
E

Slide 10 - Question de remorquage

Teken een cirkel met middelpunt M en een straal van 2 cm.
Teken in de cirkel een diameter.
Zet bij de cirkel: de diameter is ________ cm.
Zet bij de cirkel ook: de straal is _________ cm.
Bereken de omtrek van de cirkel die je getekend hebt.
Rond af op één decimaal.

Slide 11 - Question ouverte

Een rond zwembad heeft een straal van 6 m.
Bereken de omtrek en de oppervlakte van dit zwembad. Noteer de berekeningen.
Rond af op 1 decimaal.

Slide 12 - Question ouverte

Bereken de oppervlakte in
cm2

Slide 13 - Question ouverte

Bereken de oppervlakte in
dm2

Slide 14 - Question ouverte

De garagebox van de familie Kuiper wordt aan de buitenkant opnieuw geschilderd.
De garagebox is 5m lang, 25 dm hoog en 3m breed.
a. Bereken de oppervlakte van het dak.
b. Bereken de oppervlakte van de zijkant.
c. Bereken de oppervlakte van de voorkant.
d. Bereken hoeveel er geschilderd moet worden in
m2

Slide 15 - Question ouverte

Leren voor de toets.
morgen maken we een oefentoets.

Slide 16 - Diapositive