zww, kww, hww

zww, kww, hww
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

zww, kww, hww

Slide 1 - Diapositive

Bekijk de volgende zinnen
Ik ben docent Nederlands.
Ik ben docent Nederlands geworden.

Ik sta voor de klas.
Ik heb voor de klas gestaan.

Slide 2 - Diapositive

soorten werkwoorden
ZWW = bij een WG - het onderwerp doet iets

KWW = bij een NG - het onderwerp is iets (ZWOBBELS) eigenschap/ toestand

HWW = in een zin met meerdere werkwoorden is het belangrijkste werkwoord een zww of kww - alle andere werkwoorden zijn hulpwerkwoorden

Slide 3 - Diapositive

Bekijk de volgende zinnen
NG:
Ik ben docent Nederlands.
Ik ben docent Nederlands geworden.

WG:
Ik sta voor de klas.
Ik heb voor de klas gestaan.

Slide 4 - Diapositive

Stappenplan

1. zoek het belangrijkste werkwoord
 1. voltooid deelwoord
 2. heel werkwoord
 3. persoonsvorm

2. is het belangrijkste werkwoord een kww of zww?
- kww zwobbels (NG)
   het onderwerp is iets  (zij is skilerares geworden)
- zww duidelijke betekenis (WG)
   het onderwerp doet iets (zij heeft de hele dag geskied)

3. de andere werkwoorden in de zin zijn hulpwerkwoorden
(zij is skilerares geworden)
(zij heeft de hele dag geskied)





Slide 5 - Diapositive

Waarom heet een koppelwerkwoord een koppelwerkwoord?

Slide 6 - Question ouverte

antwoord: Het koppelwerkwoord koppelt het onderwerp aan hetgeen wat er over het onderwerp gezegd wordt.
Waarom heet een koppelwerkwoord een koppelwerkwoord?

Slide 7 - Diapositive

Wat is het NG? [vergeet haken niet]
De toets zou best wel moeilijk zijn

Slide 8 - Question ouverte

antwoord = zou [best wel moeilijk] zijn
Wat is het NG? [vergeet haken niet]
De toets zou best wel moeilijk zijn.

Slide 9 - Diapositive

Wat is het NG? [vergeet haken niet]
Die nieuwe comedy op tv lijkt me ontzettend grappig!

Slide 10 - Question ouverte

antwoord = lijkt [ontzettend grappig]
Wat is het NG? [vergeet haken niet]
Die nieuwe comedy op tv lijkt me ontzettend grappig!

Slide 11 - Diapositive

Wat is het NG? [vergeet haken niet]
Pas gisteren bleek zijn bekentenis
hartstikke vals

Slide 12 - Question ouverte

antwoord = bleek [hartstikke vals]
Wat is het NG? [vergeet haken niet]
Pas gisteren bleek zijn bekentenis
hartstikke vals.

Slide 13 - Diapositive

Benoem HWW, ZWW, KWW
Theo Maassen heeft een tijdje geleden een trofee gestolen

Slide 14 - Question ouverte

antwoord: 
heeft = hww
gestolen = zww
Benoem HWW, ZWW, KWW
Theo Maassen heeft een tijdje geleden een trofee gestolen.

Slide 15 - Diapositive

Benoem HWW, ZWW, KWW
Dit voorjaar gooide hij iemands camera stuk.

Slide 16 - Question ouverte

Benoem HWW, ZWW, KWW
Theo heeft een kort lontje.

Slide 17 - Question ouverte

Benoem HWW, ZWW, KWW
Maar in het theater laat hij ons allemaal lachen.

Slide 18 - Question ouverte

antwoord: 
laat = hww
lachen =zww
Benoem HWW, ZWW, KWW
Maar in het theater laat hij ons allemaal lachen.

Slide 19 - Diapositive

Benoem HWW, ZWW, KWW
Daarom is hij caberatier geworden.

Slide 20 - Question ouverte

antwoord: 
is = hww
geworden= kww
Benoem HWW, ZWW, KWW
Daarom is hij caberatier geworden.

Slide 21 - Diapositive