l2ab 7.4.22

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Guten Morgen:)

Was machen wir heute

• Wörter lernen von Lektion 1 und 2 Kapitel 4
• Diktat
• Der Dativ 
• Selbstständig arbeiten Aufgabe 9, 10 und 11

Du hast 2 min für:

Je hebt  min om: 

• te gaan zitten
• jas uit
• mobiel in je tas
• laptop en gesloten op tafel
• boek/schrift/pen op tafel

Du kannst/ kennst am Ende der Stunde 

• die Wörter von Lektion 1 und 2
• den Dativ (3. Fall) 

Diktat

das Geschäft	der Pfannkuchen
der Nachtisch	die Marmelade
die Torte	die Küche
zubereiten	damals
der Zucker	jedoch
köstlich	das Mittagessen
wunderschön	das Frühstück

Beispiele

Onderwerp: De man geeft de vrouw een kus. 

Wie geeft?

Meewerkend voorwerp: De man geeft de vrouw een kus. 

AAN WIE geeft de man?

Lijdend voorwerp: De man geeft de vrouw een kus.

Wat geeft de man?

Ontleden

Hoe vind je het onderwerp

1e naamval? 

Hoe vind je het meewerkend 

voorwerp 3e naamval?

Hoe vind je het lijdend voorwerp 

4e naamval?

• Wie of wat + gezegde (persoonsvorm) een persoonsvorm is een werkwoord dat in de zin van tijd kan veranderen. Je kan het zinsdeel vervangen door hij.
  

• AAN/VOOR WIE +gezegde+onderwerp. Aan hem of voor hem.
  

• WAT+ gezegde+onderwerp. Je kan het zinsdeel vervangen door hem.
  

Hoe kan ik weten hoe ik het woord voor het zelfstandig naamwoord moet veranderen?

der-Gruppe

ein-Gruppe

Jetzt bist du dran

• Seite 13 Aufgabe 9
• Seite 14 Aufgabe 10 + 11
• Die ersten 5 Minuten arbeitest du selbstständig, danach darfst du Fragen stellen

Evaluatie 

Was hast du heute gelernt? 

Abschluss

Niet inpakken - luisteren

• na startsignaal: inpakken
• wel blijven zitten - stil
• dan sluit ik de les af!
• dan: klaar :)