Past continuous

Wat weet je nog van de past simple?
1 / 11
suivant
Slide 1: Question ouverte
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Wat weet je nog van de past simple?

Slide 1 - Question ouverte

Wanneer gebruik je de verleden tijd in het Engels?

Slide 2 - Question ouverte

Past continuous (verleden tijd)

Vorm:

Verleden tijdsvorm van to be (was / were) + werkwoord + -ing.


Je gebruikt de past continuous als je zegt wat er op een bepaald moment in het verleden bezig was, of als je zegt wat je toen aan het doen was.


Slide 3 - Diapositive

Past continuous

Als iets aan de gang was, toen er iets anders gebeurde.

when


was/were + ww + -ing



Slide 4 - Diapositive

Hoe vorm je de past continuous?
- de verleden tijd van to be : was/were
I was
you were
he/she/it was
we were
you were
they were

Slide 5 - Diapositive

Hoe vorm je de past continuous?

Na was/were krijgt het werkwoord daarna + ing.
I was working
You were drinking
He was reading
We were watching

Slide 6 - Diapositive

Past simple en continuous in 1 zin

past simple = korte plotselinge gebeurtenis in het verleden.
ww + ed of 2e vorm van onregelmatige wwen.

past continuous = lange gebeurtenis in het verleden.

was/were + (ww + ing)

Slide 7 - Diapositive

Voorbeelden

I was taking a shower when the doorbell rang.


He was waiting for the bus when it started to rain.

Slide 8 - Diapositive

Oefenen
Maak nu exercises 24 + 25 op p77 van je AB.

Slide 9 - Diapositive

Wat heb ik vandaag geleerd?

Slide 10 - Question ouverte

Wat vind ik nog moeilijk aan de past continuous?

Slide 11 - Question ouverte