H4 Assortiment van de retailer

• Retail
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom

Klantreis deel A

Planning voor aankomende 10 weken

Kleine hoofdstukken in 1 week

Grote hoofdstukken in 2 weken

4 buitenopdrachten maken. moeten serieus gemaakt zijn als voorwaarde voor het maken van de toets

Planning

Terugblik

lesdoelen

Theorie

Opdracht

Na vandaag

Weet je waar een assortiment van een winkel uit bestaat.

H4 assortiment van de retailer

In dit hoofdstuk leer je:

• 4.1 Assortimentsopbouw
• 4.2 Samenstelling van het assortiment
• 4.3 Samenhang in het assortiment
• 4.4 Merken in het assortiment
• 4.5 Assortimentkennis
• 4.6 Duurzaamheid en milieu

4.1 Assortimentsopbouw

• Kernassortiment
• Randassortiment
• Aanvullend assortiment

4.1 Assortimentsopbouw

Kernassortiment

Is het gedeelte van het assortiment dat het best word verkocht.

4.1 Assortimentsopbouw

Randassortiment

Artikelen die aanvullend zijn op het kernassortiment

4.1 Assortimentsopbouw

Aanvullend assortiment

Artikelen die aanvullend zijn op het kern- en randassortiment.

Tijdelijk verkrijgbare producten

4.1 Assortimentsopbouw

ASSORTIMENTBREEDTE EN -DIEPTE

Breed/smal assortiment

• Breed --> veel artikelgroepen
• Smal --> weinig artikelgroepen

Diep/ondiep assortiment

• Diep --> per artikelgroep veel keuze uit merken en modellen
• Smal --> per artikelgroep weinig keuze

20/80 regel/ Pareto-principe

4.2 Samenstelling van het assortiment

assortimentssamenstelling

4.2 samenstelling van het assortiment productclassificatie

convenience goods

shopping goods

specialty goods

unsought goods

Zoek bovenstaande termen op

4.2 samenstelling van het assortiment
soorten goederen

Noodzakelijke goederen

Luxe goederen

Inferieure goederen 

• Producten waar je minder van gaat kopen als je inkomen stijgt

Indifferente goederen

• Goederen die je niet meer of minder koopt bij inkomens verandering

4.3 Samenhang in het assortiment

Worden op dezelfde manier gebruikt, of samen met een ander artikel

CONSUMPTIEVERWANTSCHAP

Complementaire artikelen

• Zijn artikelen die je samen kunt gebruiken.
• Ze vullen elkaar aan

Follow-up artikelen

• Zijn artikelen die je met elkaar moet gebruiken
• Kunnen niet zonder elkaar

Substitutieartikelen

• Zijn artikelen die elkaar kunnen vervangen

Koopverwantschap

Artikelen die in hetzelfde interessegebied van de klant liggen, zijn bij elkaar gezet

tennisrok - tennisracket 

vaatwasmiddel - afwas middel- schuursponsje

producten voor huid - haar - tanden

Productieverwantschap

Artikelen worden op dezelfde gemaakt of komen uit dezelfde grondstoffen  

Bijvoorbeeld: leren tassen en leren riemen of bij de bakker die brood en gebak maakt.

4.4 Merken in het assortiment

Wat is een merk?

• Een naam van een producent, onderneming of product
• Als een merk je bevalt kun je merkenvoorkeur ontwikkelen.
• merkentrouw >  Als je zo tevreden bent over een merk dat je alleen maar dat specifieke merk wilt.

4.4 Merken in het assortiment

4.5 Assortimentskennis

Artikelen afstoten (saneren)

• Diepte
  
• Breedte

Artikelen opnemen

• Trading up
• Trading down
• Kannibalisatie > Bij introductie van een goedkoper alternatief de omzet van het ouder artikel sterk afneemt.
  Overstap papieren krant naar digitale krant

4.5 Assortimentskennis
saneren

• Vervangen door nieuwe, vergelijkbare artikelen
  
• Seizoenartikelen
  
• Te lage omzet/winst
  
• Fabrikant levert niet meer

4.6 Duurzaamheid en milieu

keurmerken: stellen eisen aan:

• Milieu
• Arbeidsomstandigheden
• Dierenwelzijn
  

Duurzame verpakkingen

• Natuurlijke grondstoffen (maïs, aardappelzetmeel, suikerriet)
• Biologisch afbreekbaar
  

Buitenopdracht