Kern 5, 6 Grammatica in talen,zelfstnw lidw, bijv nw

Kern 5, 6 Grammatica in talen,zelfstnw lidw, bijv nw
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Kern 5, 6 Grammatica in talen,zelfstnw lidw, bijv nw

Slide 1 - Diapositive

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Deze week
Dinsdag: Instructie h 5 en 6
Vrijdag:

Weektaak
Leren h5 en h6
Maken h5: 3,4,8,9,10
h6: 1 t/m 8

Slide 3 - Diapositive

Deze week.....
Maandag:  Nakijken, instructie h 5
Dinsdag: Instructie h6, maken 1, 2, 5
Vrijdag: zelfstandig werken, verlengde instructie

Weektaak:
Leren h5 en h6
Maken h5: 3,4,8,9,10
h6: 1 t/m 8

Slide 4 - Diapositive

Grammatica in talen
Je leert wat grammatica is en hoe talen qua grammatica kunnen verschillen.

Slide 5 - Diapositive

Regels
De regels van een taal noem je grammatica

Officiële (= vastgelegde regels) vs. onofficiële grammatica

Slide 6 - Diapositive

Grammatica in talen
Verschillende vormen
  • redekundig = delen van een zin benoemen
  • taalkundig = elk los woord benoemen

Slide 7 - Diapositive

Wanneer kinderen leren spreken, gebruiken ze nog geen volledige zinnen.
Bijvoorbeeld: Ik snoepje (Ik wil een snoepje).
Ander voorbeeld: Mama auto rijden (Mama gaat auto rijden).
Wat valt je op (aan de volgorde van de woorden)?

Slide 8 - Carte mentale

Noem een voorbeeld van een grammaticaregel in een vreemde taal (Frans, Duits, Engels, etc.) die verschilt van de Nederlandse grammaticaregels.

Slide 9 - Carte mentale

Waarom zou kennis van de Nederlandse grammatica belangrijk zijn als je een andere taal wilt leren?

Slide 10 - Carte mentale

In spreektaal 'mag' meer dan in schrijftaal.
Bedenk een voorbeeld van dingen die je in
spreektaal wel zou kunnen zeggen, maar
in schrijftaal niet.

Slide 11 - Carte mentale

Taal- en redekundig ontleden





  • Taalkundig ontleden = kijken                naar het soort woord
  • Redekundig ontleden = kijken naar de functie van woorden

Slide 12 - Diapositive

Welke onderdelen horen bij taalkundig en welke bij redekundig ontleden?

taalkundig ontleden

redekundig ontleden
persoonsvorm en deel van het gezegde
zelfstandig naamwoord
lidwoord
bijwoordelijke bepaling
bijvoeglijk naamwoord
onderwerp
werkwoord
gezegde, samen met de persoonsvorm
voorzetsel

Slide 13 - Question de remorquage

Welke begrippen van grammatica heb je al geleerd op de basisschool?

Slide 14 - Question ouverte


Wat is grammatica?
A
officieel en onofficieel
B
het verschil tussen schrijf- en spreektaal
C
de regels van een taal
D
taal- en redekundig ontleden

Slide 15 - Quiz


Wat is taalkundig ontleden?
A
Je kijkt naar de soort woorden
B
Je kijkt naar de functie van woorden

Slide 16 - Quiz

Deze week.....
Maandag:  Nakijken, instructie h 5
Dinsdag: Instructie h6, maken 1, 2, 5


Weektaak:
Leren h5 en h6
Maken h5: 3,4,8,9,10
h6: 1 t/m 8

Slide 17 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord
  • concreet zelfstandig naamwoord 
  • abstract zelfstandig naamwoord 
  • eigennaam zelfstandig naamwoord (zn-e)

  1. meervoud 
  2. verkleinwoord 
  3. lidwoord ervoor

Slide 18 - Diapositive

Lidwoord
Er zijn 3 lidwoorden: de, het en een

Let op bij het!!
Alleen als er een zelfstandig naamwoord bij staat, is het een lidwoord.
Het regent --> geen lidwoord.
Het rode kleedje ligt op de grond --> wel lidwoord.

Slide 19 - Diapositive

Lidwoorden
Er zijn drie lidwoorden: 
de, het, een.

De en het -> bepaald lidwoord.
een -> onbepaald lidwoord.




Slide 20 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
- Gewoon bijvoeglijk naamwoord
- Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
- Bijvoeglijk naamwoord dat is afgeleid van een voltooid of onvoltooid deelwoord

Slide 21 - Diapositive

Welke nieuwe dingen heb je geleerd?

Slide 22 - Question ouverte