Spiegelen

Spiegelen

Hoofdstuk 2a - Ompakken
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
verkoopPraktijkonderwijsSpeciaal OnderwijsVoortgezet speciaal onderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Spiegelen

Hoofdstuk 2a - Ompakken

Slide 1 - Diapositive

Welke soorten winkels
zijn er ook alweer?

Slide 2 - Carte mentale

Werkzaamheden in
een supermarkt?

Slide 3 - Carte mentale

Waarom moet je vakkenvullen in een winkel?

Slide 4 - Question ouverte

Vakken vullen doe je omdat
  • De klant niet graag mis grijpt.
  •  Alle artikelen moeten voorradig zijn.

Slide 5 - Diapositive

Waar moet je op letten
als je gaat vakken vullen?

Slide 6 - Carte mentale

THT & TGT
  • THT----ten minste houdbaar tot
  • TGT----te gebruiken tot 

(TGT-producten zijn producten die snel kunnen bederven)

Slide 7 - Diapositive

Waar moet je naar kijken als je wil kijken tot hoe lang iets houdbaar is?
A
Prijs
B
Schap
C
Streepjescode
D
Datum

Slide 8 - Quiz

FIFO:
 First in, First out

De producten die als eerst aan de houdbaarheidsdatum zitten, moeten het liefst ook als eerst verkocht worden. 
Dus deze producten staan vooraan in het vak, zodat de klant deze als eerst pakt.

Slide 9 - Diapositive

Vandaag
Wij gaan vandaag leren spiegelen

Slide 10 - Diapositive

Na deze les weet jij:
  • Wat spiegelen is
  • Waarom je moet spiegelen

Slide 11 - Diapositive

Spiegelen?

Slide 12 - Carte mentale

Spiegelen
Soms staat er te weinig om het vak aan te vullen. Of het vak ziet er heel leeg uit.

Dan moet je spiegelen: 
Dit betekent de artikelen vooraan en naast elkaar zetten.

Slide 13 - Diapositive

Het schap met shampoos begint steeds leger te raken. Alleen achterin staan nog een aantal flacons. Mirjam zet deze vooraan zodat het lijkt of het schap weer vol is. Dit noem je?
A
Vakkenvullen
B
Bijvullen
C
Prijzen
D
Spiegelen

Slide 14 - Quiz

Waarom moet je spiegelen?

Slide 15 - Carte mentale

Waarom Spiegelen?
  1. Het lijkt goed gevuld.
  2. Het ziet er netjes uit en dat ziet een klant graag.
  3.  Voorkomt diefstal. Een dief pakt minder snel iets uit een schap als dat een duidelijk zichtbaar lege plek achterlaat.

Slide 16 - Diapositive

Welke presentatie is
gespiegeld?
A
presentatie 1
B
presentatie 2

Slide 17 - Quiz

Bekijk het schap. Wat kan er beter aan deze presentatie?

Slide 18 - Diapositive

Waar moet je op letten?
- Zorg dat de producten goed vooraan staan
- Zorg dat de artikelen op de goede plek staan
- FIFO

Slide 19 - Diapositive

Klanten.. 
Je bent hard aan het werk, bezig met vakkenvullen en/of spiegelen.. En dan komen er klanten..

Wat moet je dan doen?

Slide 20 - Diapositive

Klanten en werken..

- Een winkelende klant mag van jou geen last hebben. 

- Zorg dat een klant altijd bij alle artikelen kan ook al ben jij in dit schap aan het werk.

Slide 21 - Diapositive

Klanten..
Houd je aan deze regels:

  • Verwijder karren en containers die je niet nodig hebt.
  • Ruim afval gelijk op.
  • Doe een stapje opzij als de klant iets wil pakken.
  • Begroet iedere klant vriendelijk die langs je loopt.
  • Houd de klant in het oog, zodat je kunt helpen als het nodig is.

Slide 22 - Diapositive

De klant mag tijdens het opruimen en vakkenvullen zo min mogelijk last van je hebben. Hoe zorg je hiervoor?

Slide 23 - Question ouverte

Aan de slag 

-  Ga aan de slag met het spiegelen van de rekken in onze winkel.


Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Vidéo