Winkel, les 4: Spiegelen

• Economie
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Winkel les 4

Hoofdstuk 2a - Ompakken

Herhaling vorige lessen

- Soorten winkels (winkelvorm)

- Werkzaamheden in een winkel

- FIFO-systeem

Soorten winkels (winkelvorm)

Werkzaamheden in een winkel?

Waarom moet je vakkenvullen in een winkel?

Waar moet je op letten als je gaat vakkenvullen?

Waar moet je naar kijken als je wil kijken tot hoe lang iets houdbaar is?

1. Prijs
2. Schap
3. Streepjescode
4. Datum

1

2

3

4

22 januari 2022

15 februari 2022

7 december 2021

19 juni 2021

Vandaag

- Spiegelen

- Omgaan met klanten tijdens het werk 

Na deze les weet jij:

- Wat spiegelen is

- Waarom je moet spiegelen

- Hoe je omgaat met klanten als je aan het werk bent

Spiegelen?

Spiegelen

Soms staat er te weinig om het vak aan te vullen. Of het vak ziet er heel leeg uit.

Dan moet je spiegelen: 

Dit betekent de artikelen vooraan en naast elkaar zetten.

Het schap met shampoos begint steeds leger te raken. Alleen achterin staan nog een aantal flacons. Mirjam zet deze vooraan zodat het lijkt of het schap weer vol is. Dit noem je?

1. Vakkenvullen
2. Bijvullen
3. Prijzen
4. Spiegelen

Waarom moet je spiegelen?

Waarom Spiegelen?

1. Het lijkt goed gevuld.
2. Het ziet er netjes uit en dat ziet een klant graag.
3.  Voorkomt diefstal. Een dief pakt minder snel iets uit een schap als dat een duidelijk zichtbaar lege plek achterlaat.

Welke presentatie is
gespiegeld?

1. presentatie 1
2. presentatie 2

Bekijk het schap. Wat kan er beter aan deze presentatie?
Noem 2 dingen.

Waar moet je op letten?

- Zorg dat de producten goed vooraan staan

- Zorg dat de artikelen op de goede plek staan

- FIFO

Klanten.. 

Je bent hard aan het werk, bezig met vakkenvullen en/of spiegelen.. En dan komen er klanten..

Wat moet je dan doen?

Wat moet je doen?

Klanten en werken..

- Een winkelende klant mag van jou geen last hebben. 

- Zorg dat een klant altijd bij alle artikelen kan ook al ben jij in dit schap aan het werk.

Klanten..

Houd je aan deze regels:

• Verwijder karren en containers die je niet nodig hebt.
• Ruim afval gelijk op.
• Doe een stapje opzij als de klant iets wil pakken. (nu 1,5 meter)
• Begroet iedere klant vriendelijk die langs je loopt.
• Houd de klant in het oog, zodat je kunt helpen als het nodig is.

De klant mag tijdens het opruimen en vakkenvullen zo min mogelijk last van je hebben. Hoe zorg je hiervoor?

Aan de slag 

- Een deel van de groep gaat aan de slag met de opdrachten uit het werkboekje (les 4)

- Het andere deel gaat aan de slag met het spiegelen van de rekken in onze winkel.

Daarna wisselen jullie!

Waar moet je op letten?

- Zorg dat de producten goed vooraan staan

- Zorg dat de artikelen op de goede plek staan

- FIFO

Wat heb je geleerd?

Wat vind je nog lastig?