Dementie

Dementie
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Dementie

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  1. Na deze les weten jullie wat dementie en een delier is​
  2. Na deze les weten jullie wat de symptomen en oorzaken zijn van dementie​
  3. Na deze les kennen jullie de fysiologische verandering in de hersenen bij dementie en een delier


Slide 2 - Diapositive

Wat is dementie? Hoe zou je dit in je eigen woorden omschrijven?​

Slide 3 - Question ouverte

Wat is dementie?
Dementie is een verzamelnaam voor verschillende ziektes, waarbij door hersenbeschadiging de cognitieve functies worden aangetast. ​​

De bekendste symptomen zijn geheugenverlies en veranderend gedrag.

Slide 4 - Diapositive

Dementie is een gevolg van een onderliggende oorzaak. Wat is de onderliggende oorzaak?
A
Afname van dopamine
B
Catrofie in de hersenen
C
Opname van neuronen
D
Schade in de hersenen​

Slide 5 - Quiz

Benoem voorbeelden van cognitieve functies

Slide 6 - Carte mentale

Wat betekent cognitieve functies?
  1. Kennen, kunnen en leren​
  2. Informatie kunnen verwerken en leren van onze ervaringen, bv. onthouden, plannen, redeneren en beslissen.​
  3. Mentale activiteiten die zorgen voor bewustzijn, begrip, intelligentie, concentratie, oriëntatie, voorstelling & zelfwaarneming


Slide 7 - Diapositive

Benoem de 4 verschillende vormen van dementie

Slide 8 - Question ouverte

Benoem de 4 verschillende vormen van dementie

De bekendste vormen zijn:
  1. De ziekte van Alzheimer (70%)
  2. Vasculaire dementie (16%)
  3. Frontotemporale dementie (FTD) 
  4. Lewy body dementie. ​

Het gaat bij dementie om een ziekteproces met verschillende oorzaken én verschillende verschijnselen

Slide 9 - Diapositive

Opdracht in tweetallen:
Benoem bij elke de oorzaak en welke functies er verloren gaan:
  1. Alzheimer ​
  2. Vasculaire dementie ​
  3. Frontotemporale dementie ​
  4. Lewy body dementie​

Noteer je antwoorden in eigen woorden op Word. 



Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Alzheimer
Stoornis in de hersenen waarbij de zenuwcellen beschadigd raken. 

Je krijgt meer last van geheugenstoornissen, alledaagse handelingen, taalproblematiek en gedragsproblemen.​

Slide 12 - Diapositive

Vasculaire dementie 
 Stoornis in de doorbloeding van de hersenen waarbij er vaatschade ontstaat. 

Afhankelijk van het hersengebied ontstaan er klachten, zoals concentratieproblemen, verlamming, gevoelsverlies en langzamer worden van spraak en beweging.​

Slide 13 - Diapositive

Frontotemporale dementie
Stoornis is de frontaalkwab, waarbij de hersencellen in het gedragsgebied en taalgebied beschadigen.

 Kan op relatief jonge leeftijd ontstaan. ​

Slide 14 - Diapositive

Lewy body dementie 
Geestelijke achteruitgang met vaak verschijnselen van Parkinson. 

Cognitief als lichamelijk treden er problemen op, zoals bij Parkinson.​

Slide 15 - Diapositive

Bij welke vorm van dementie is er een stoornis is de frontaalkwab, waarbij de hersencellen in het gedragsgebied en taalgebied beschadigen.
A
Lewy Body
B
Vasculaire dementie
C
Frontotemporale dementie
D
Alzheimer

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

Hippocampus
  1. Door eiwitophopingen en krimping van de cortex werkt de hippocampus niet meer goed.​
  2.  De hippocampus speelt een belangrijke rol bij de opslag en doorgeven nieuwe informatie (inprentingsvermogen).​
  3. Brug van werkgeheugen naar permanent geheugen


Slide 18 - Diapositive

Wat zijn symptomen van Dementie?

Slide 19 - Question ouverte

Symptomen van dementie
  1. Vergeetachtigheid;
  2. Taalproblemen, bijvoorbeeld niet op woorden kunnen komen of de betekenis van woorden vergeten;
  3. Gedragsverandering, bijvoorbeeld ongeduldiger worden, of woedeaanvallen;
  4. Problemen met dagelijkse handelingen, zoals boodschappen doen of het bedienen van een computer.

Slide 20 - Diapositive

Wat zijn herkenningspunten van een delier?

Slide 21 - Question ouverte

Herkenningspunten​ van een delier


  1. Het beeld ontstaat acuut (uren tot dagen)​
  2. Verwardheid ​
  3. Vaak met onrust (plukgedrag) ​
  4. Hallucinaties (visueel)​
  5. Bewustzijn wisselt (Helder versus slapend)




Slide 22 - Diapositive

Benoem de DSM 5 criteria

Slide 23 - Carte mentale

DSM-5 Criteria van een delier
  1. Aandachtstoornis met desoriëntatie​
  2. Verandering cognitieve functies of waarnemingsstoornis​
  3. Acuut ontstaan ​
  4. Niet door een andere neurocognitieve stoornis ​
  5. Onderliggende somatische aandoening moet aanwezig zijn.




Slide 24 - Diapositive

Wat is de onderliggende oorzaak van een delier?
A
Lichamelijk disbalans
B
Dementie
C
Gedrag
D
Omgevingsfactoren

Slide 25 - Quiz

Oorzaak van een delier
  1. Een ziekte of ontsteking
  2. Een ziekte in de hersenen
  3. Een operatie
  4. De verdoving bij een operatie
  5. Een ongeluk, bijvoorbeeld een gebroken heup
  6. Uitdroging
  7. Problemen met de blaas,
  8. Bepaalde medicijnen
  9. Stoppen met alcohol drinken, roken of kalmerende middelen

Slide 26 - Diapositive

Hoe ga je er mee om als een vrouw met dementie in het verpleeghuis een relatie met een man aangaat, terwijl ze zelf nog getrouwd is?

Slide 27 - Carte mentale

Hoe ga je er mee om als je de persoon met dementie moet vertellen dat zijn partner is overleden terwijl de dementie steeds verder vordert?

Slide 28 - Question ouverte

Vertel wat je van deze les vond....

Slide 29 - Carte mentale