Woordenschat hst.1 TL

Welkom!


Je legt klaar : 

  •  schrift : A4
  •  etui, pen 
  • i-pad  
  • parafenboekje  ( t/m W 38) 




Week 39 (en 40 )
Woordenschat
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!


Je legt klaar : 

  •  schrift : A4
  •  etui, pen 
  • i-pad  
  • parafenboekje  ( t/m W 38) 




Week 39 (en 40 )
Woordenschat

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen W39 
  • weten wat een synoniem is 
  • woordraadstrategieën gebruiken om de betekenis van een onbekend woord te vinden.
  • een omschrijving van een moeilijk woord in de tekst vinden 

 

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • terugblik vorige week : spreken en gesprekken  & schrijven
  • bespreken weektaak 39 : It's learning
  • uitleg weektaak   
  • aan het werk :  paragraaf woordenschat (vanaf blz. 21)
  • parafen t/m  W 38 

Slide 4 - Diapositive


  • synoniem ? wat is het ? 
  • Woordraadstrategie: synoniemen zoeken
  • zie ook filmpje : naslag It's L 

Slide 5 - Diapositive

bedenk zelf : synoniemen
timer
1:00

Slide 6 - Question ouverte

Een ander woord voor
synoniem
A
kerk
B
samenzwering
C
ander woord met zelfde betekenis
D
een tegenstelling

Slide 7 - Quiz

synoniem voor :
impact
A
vereniging
B
akkoord
C
invloed
D
gabber

Slide 8 - Quiz

geef een synoniem voor het woord:
aankondiging
A
bekendmaking
B
kernwoord
C
omschrijving
D
uitleg

Slide 9 - Quiz

Woordraadstrategie: een omschrijving zoeken.

Vaak staan er synoniemen / omschrijvingen van onbekende woorden in de tekst. 

Zo kun je achter de betekenis van een woord komen zonder een woordenboek te gebruiken.


Als je de betekenis niet kunt vinden, gebruik dan een woordenboek!

Slide 10 - Diapositive

weektaak 39 
in je schrift : Je maakt opdracht 1 t/m 5 van de paragraaf woordenschat, op blz. 21         
Maak bij opdracht 2 en 3 twee kolommen in je schrift waarin je in de linker kolom de woorden schrijft en in de rechter kolom de betekenissen.

Online opdrachten : Je begint met de Woordenschattrainer vmbo , je maakt de startvragen van de woordenschattoets

Slide 11 - Diapositive

Maken opdrachten in je schrift,  vanaf  blz.  21 
parafen 
online opdrachten 
timer
5:05

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wat ga je doen?
  • Je maakt opdracht twee en drie op blz. 58/59 (let erop dat je de onderstreepte woorden van opdracht twee met hun betekenis goed opschrijft in je schrift!!)


Als je klaar bent, mag je kiezen:

  1.  Opdracht 7 op blz. 60;
  2. Nieuw Nederlands online (woordenschat oefenen)

Slide 14 - Diapositive