Grammatica - Soorten werkwoorden en werkwoordelijk gezegde les 1

Welkom       


Vertrek

Wanneer ik lees, ben ik
niet hier. mijn hoofd verdwijnt,
al raakt mijn hand nog zachtjes
het papier. Niemand weet
wie ik ontmoet. Een olifant?
Een jongen met een blauwe hoed?
Een goochelaar, een trol,
een kleine muis? Een boek
brengt al wat ik kan dromen
binnen in mijn huis.

                                                   (Reine De Pelseneer)



1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom       


Vertrek

Wanneer ik lees, ben ik
niet hier. mijn hoofd verdwijnt,
al raakt mijn hand nog zachtjes
het papier. Niemand weet
wie ik ontmoet. Een olifant?
Een jongen met een blauwe hoed?
Een goochelaar, een trol,
een kleine muis? Een boek
brengt al wat ik kan dromen
binnen in mijn huis.

                                                   (Reine De Pelseneer)



Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?

  • De doelen voor deze week bespreken
  • Uitleg over verschillende soorten werkwoorden (H21)
  • Aan de slag!
  • Afsluiten van de les


Slide 2 - Diapositive

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Wat ga je deze week leren?

  • Ik weet welke verschillende soorten werkwoorden er zijn.
  • Ik kan de verschillende soorten werkwoorden in een zin benoemen.

Slide 4 - Diapositive

Vraagje...
Hoeveel werkwoorden zitten er in de volgende zin:

Wij hebben samen in een heel duur restaurant gegeten.


Slide 5 - Diapositive

Wij hebben samen in een heel duur restaurant gegeten.

Maak eens een goede zin zonder het werkwoord hebben. Je mag de vorm en volgorde van de woorden veranderen.

Maak eens een goede zin zonder het werkwoord gegeten (eten). Je mag de vorm en volgorde van de woorden veranderen.


Slide 6 - Diapositive

Soorten werkwoorden
  • werkwoord: wat iemand doet, wat er gebeurt

zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord
koppelwerkwoord

Slide 7 - Diapositive

Zelfstandig werkwoord
  • kan zelfstandig in een zin staan


  • kan niet worden weggelaten
 De buurman belt graag.

  • één zelfstandig werkwoord per zin
 De buurman zou graag naar mij willen bellen.





Slide 8 - Diapositive

Hulpwerkwoord
  • 'helpt’ de zin in een bepaalde ‘tijd’ te zetten


Jan verzorgt de hond. 
Jan heeft de hond verzorgd.
Jan zou de hond hebben verzorgd.

Slide 9 - Diapositive

Hulpwerkwoord
  • ‘helpt’ de zin in een bepaalde ‘vorm’ te zetten


Jan verzorgt de hond. (bedrijvend - het onderwerp doet iets, actief)
De hond wordt door Jan verzorgd. (lijdend - het onderwerp overkomt of ondergaat iets, passief)

  • komt niet zelfstandig voor

Slide 10 - Diapositive

Kortom....


Iedere zin heeft één zelfstandig werkwoord, soms aangevuld met één of meer hulpwerkwoorden.



Slide 11 - Diapositive

Aan de slag!
  • Ga  zelfstandig aan de slag met opdracht 1 t/m 4 op blz. 87

  • Klaar? Ga lezen in je boek
of
  • Leer de woorden van blz. 84 en 88
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Wat vertel je vanavond aan tafel over de les Nederlands?

Slide 13 - Diapositive

Tot morgen!
  • Zijn er nog vragen? 

Slide 14 - Diapositive