5Vges_1 Les 10 TV 3 Autarkie, hofstelsel, feodale stelsel & opnieuw Christelijk

1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 2 - Diapositive

Telefoon in je zakkie!

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
  • Checkvraag
  • Hoe ontstaat er in Europa een nieuw politiek en economisch systeem na de val van het Romeinse rijk? 
  • Afsluiting  

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen
Tijdvak 2 Grieken en Romeinen
26. Je weet waarom de Grieks-Romeinse Oudheid een agrarisch-urbane maatschappij was

Tijdvak 3 Monniken en Ridders
27. Je kan uitleggen dat het feodale systeem en het hofstelsel een oplossing vormen voor de problemen van de autarkische agrarische Europese samenleving die ontstond na de val van het Romeinse rijk
28. Je kan de onderdelen van de standenmaatschappij benoemen die in de Middeleeuwen ontstond: Eerste Stand (geestelijkheid); Tweede Stand (adel) en Derde Stand (horige boeren)
29. Je weet wat Kerstening is; je begrijpt dat in de Middeleeuwen de Kerstening voorbij de
grenzen van het (verdwenen) West-Romeinse Rijk ging
30. Je begrijpt de rol van missionarissen (religieus) en koningen (politiek) in de kerstening
31. Je begrijpt de hiërarchie van de Katholieke Kerk die vorm kreeg in de middeleeuwen (paus,
bisschop, priester voor Kerken; paus, abt, monnik/non voor Kloosters)

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Bronnen Romeinse Tijd
Bronnen Middeleeuwen

Slide 10 - Question de remorquage

Slide 11 - Diapositive

Europa rond 600 n. Chr.

Slide 12 - Diapositive

Jagers & verzamelaars
Landbouwsamenlevingen
Grieken & Romeinen
Vroege Middeleeuwen
Nomadisch
X
Agrarisch
X
X
Agrarisch-urbaan
X

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Nieuwe indeling samenleving:
De standenmaatschappij

  • Vechters & Leiders (van kleine gebieden/koninkrijkjes)

  • Bidders  (geestelijkheid) 

  • De rest (boeren en horigen) 


Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

West-Europa wordt autarkisch: mensen moeten zelfvoorzienend zijn om te overleven

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Europa rond 600 n. Chr.
De nieuwe Germaanse koningen zijn polytheistisch 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

De katholieke Kerk blijft bestaan heeft een hiërarchische organisatie
Bisschop = leider van een Bisdom (kerkelijke provincie)
De kerk verdient geld aan land en belasting

Priester
Bisschop
Priester
Paus
Paus = leider van de Katholieke Kerk en vertegenwoordiger van Jezus Christus op aarde
Priester = geestelijke van een lokale gemeenschap zoals domein of dorp 

Slide 28 - Diapositive

Oorsprong monniken: Heilige mannen die dicht bij God willen zijn. 
Dat kan niet tussen de 'wereld' en zonden. Zij gaan dus wonen in afgelegen plekken

Slide 29 - Diapositive

Mensen kregen bewondering
Ze wilden dicht bij de Heilige Man zijn en gingen hem volgen. 
'Monnik' komt uit het Griekse 'Monachos' en betekent: alleen zijn 
Ze vormden een gemeenschap
Kregen de benoeming 'monniken': leven in eenzaamheid (voor God)
Paus Gregorius de Grote (600)
Hij stelt regels op voor monniken
Niet trouwen, geen bezit, alleen maar studie en bidden tot God


Slide 30 - Diapositive

Kerstening
Bevolking tot het christendom bekeren
Kan via:
De 'geestelijke' (religieuze) & vrijwillige manier: Missionarissen (mensen die de boodschap van het geloof verspreiden) gaan naar heidense (niet-Christelijke) gebieden en kerstenen de bevolking als zij dat willen
De 'Wereldlijke' (politieke) geforceerde manier:
Christelijke koningen veroveren een gebied, slachten de heidenen af en sturen dan missionarissen. Ook geven zij gebied aan de Katholieke kerk om mensen (geforceerd) te kerstenen




 

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Koning en kerk steunen elkaar via land, geloof en politiek.  

Bisdommen:
leveren belasting aan kerk en koning
Verbetert positie koning als echte Christelijke koning; koning is verbonden met kerk en dus God

Kloosters/abdijen:
Bieden onderwijs, zorg en landbouw.
Verbetert positie koning als echte Christelijke koning & 
verstevigd positie kerk via onderwijs en landbezit

Priesters: 
Sturen de lokale bevolking in geloof en gehoorzaamheid



Kerk , koning, landbezit  

Slide 33 - Diapositive

Leerdoelen
Tijdvak 2 Grieken en Romeinen
26. Je weet waarom de Grieks-Romeinse Oudheid een agrarisch-urbane maatschappij was

Tijdvak 3 Monniken en Ridders
27. Je kan uitleggen dat het feodale systeem en het hofstelsel een oplossing vormen voor de problemen van de autarkische agrarische Europese samenleving die ontstond na de val van het Romeinse rijk
28. Je kan de onderdelen van de standenmaatschappij benoemen die in de Middeleeuwen ontstond: Eerste Stand (geestelijkheid); Tweede Stand (adel) en Derde Stand (horige boeren)
29. Je weet wat Kerstening is; je begrijpt dat in de Middeleeuwen de Kerstening voorbij de
grenzen van het (verdwenen) West-Romeinse Rijk ging
30. Je begrijpt de rol van missionarissen (religieus) en koningen (politiek) in de kerstening
31. Je begrijpt de hiërarchie van de Katholieke Kerk die vorm kreeg in de middeleeuwen (paus,
bisschop, priester voor Kerken; paus, abt, monnik/non voor Kloosters)

Slide 34 - Diapositive

Welke economische veranderingen zijn er ten opzichte van de Romeinse tijd?

Slide 35 - Question ouverte

Welke politieke veranderingen zijn er ten opzichte van de Romeinse tijd?

Slide 36 - Question ouverte

Welke sociale veranderingen zijn er ten opzichte van de Romeinse tijd?

Slide 37 - Question ouverte

Afsluiting
Aan het eind van deze les:
  • 13. Je (her)kent en begrijpt de vijf kenmerkende aspecten van de Oudheid. (R)
Je kent de begrippen filosofie, rationalisme, wetenschap

Je (her)kent kenmerken van Grieks wetenschappelijk denken in bronteksten (T2)

Slide 38 - Diapositive

Fijne dag!

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Lien

Welke interne en externe oorzaken voor de ondergang van Rome bespreekt het artikel?

Slide 41 - Carte mentale

Welke veranderingen voert de Keizer Diocletianus in om de problemen op te lossen?

Slide 42 - Carte mentale

Welke veranderingen blijven bestaan en vinden wij nog terug in de Middeleeuwen?

Slide 43 - Carte mentale