Beeldspraak vavo

Beeldspraak en stijlfiguren
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Beeldspraak en stijlfiguren

Slide 1 - Diapositive

Theorie beeldspraak
Oefenen

Slide 2 - Diapositive

Wat is beeldspraak?
Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik. Er wordt niet letterlijk gezegd wat er wordt bedoeld. 
Er wordt een beeld gebruikt voor iets wat letterlijk wordt bedoeld (object).

Voorbeeld: 'Ik heb honger als een paard.'

Slide 3 - Diapositive

1. Vergelijking
  1. Vergelijking met 'als' of ander (vergelijkend) woord 
    Hij is een beer van een vent.

  2. Vergelijking zonder 'als' of ander (vergelijkend) woord
    Je kamer, die zwijnenstal, moet worden opgeruimd!

Beeld én object staan in de zin.

Slide 4 - Diapositive

2. Metafoor
  • Het object wordt vervangen door het beeld
      Wat een zwijnenstal is het hier!

  • Op basis van de context bepalen wat het object is
      Een trouwe wachter stond op de hoge duin.

  • Spreekwoorden en gezegden zijn vaak metaforen
      Als er een schaap over de dam is, volgen er meer.


Slide 5 - Diapositive

3. Personificatie
  • Levenloze of abstracte dingen krijgen menselijke eigenschappen

De wind huilt om het huis.

Mijn kamer smeekt om een opruimbeurt.

Slide 6 - Diapositive

4. Synesthesie
  • De indruk van een bepaald zintuig wordt verbonden met die van een ander

    Warme kleuren
    Bittere woorden
    Scherpe geur

Slide 7 - Diapositive

5. Metonymia
Relatie tussen beeld en object is niet gebaseerd op vergelijking, maar op een andere relatie:
  • Maker - product
      De nieuwste Mulisch lezen.

  • Materiaal - product
      De ijzers onderbinden.

Slide 8 - Diapositive

  • Verpakking - inhoud
      Doe mij nog maar een glas.

  • Deel - geheel
      Even de neuzen tellen.

  • Geheel - deel
      Nederland won met 1-0.

Slide 9 - Diapositive

Waarom beeldspraak?
  • Beeldspraak maakt taal levendig en aantrekkelijk
  • Beeldspraak kan overtuigend werken 
  • Beeldspraak kan begrip bevorderen

Slide 10 - Diapositive

'In het zonlicht dansten talloze stofjes.'

Welke vorm van beeldspraak?
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymia
D
Personificatie

Slide 11 - Quiz

'In het zonlicht dansten talloze stofjes.'

Wat wordt er in letterlijke zin bedoeld?

Slide 12 - Question ouverte

'Heb jij de nieuwste Herman Koch al gelezen?'

Welke vorm van beeldspraak?
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymia
D
Personificatie

Slide 13 - Quiz

'Mijn moeder heeft een warme stem'

Welke vorm van beeldspraak?
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
D
Synesthesie

Slide 14 - Quiz

'Hij is zo trots als een pauw'

Welke vorm van beeldspraak?
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Synesthesie
D
Metafoor

Slide 15 - Quiz

'Ik brand van verlangen.'

Welke vorm van beeldspraak?
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymia
D
Synesthesie

Slide 16 - Quiz

'Ik weet wat beeldspraak is en waarom het gebruikt wordt.
Ik kan verschillende vormen van beeldspraak herkennen.
Ik kan voorbeelden van beeldspraak interpreteren.'

In hoeverre klopt dit voor jou?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Kennis toepassen op liedjes
Toepassingsopdracht

Slide 18 - Diapositive

Beeldspraak komt veel voor in literatuur en ook in liedjes.

We luisteren naar een fragment uit het nummer Ijskoud van Nielson.

Beantwoord daarna de volgende vraag: welk stukje uit de tekst van IJskoud bevat een personificatie?

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Welk stukje uit de tekst van IJskoud bevat een personificatie?
A
Het is ijskoud
B
Een rilling loopt een rondje op m’n rug
C
Waarom maak je alles stuk?
D
Waarom zou je dat doen?

Slide 21 - Quiz

In het dagelijks leven kom je beeldspraak overal tegen. Denk aan de politiek, muziek, verhalen, gedichten. Het maakt taal levendiger en in discussies kan je de ander ermee overtuigen.
Het kan ook helpen jezelf te begrijpen of het kan iets over jou als persoon zeggen. In de psychologie worden bijvoorbeeld ook vaak metaforen gebruikt.

Slide 22 - Diapositive