Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Schrijfvaardigheid
4 havo
* Toetsweek 2
* Informele brief
* 60 minuten
* Woordenboek Ne-Fa
* Référence
Slide 1 - Diapositive
De datum Vertaal: Uithoorn, 20 januari 2025
Slide 2 - Question ouverte
Welke woorden kun je als aanhef gebruiken in een informele brief?
Slide 3 - Carte mentale
Vertaal: Ik ben 17 jaar
Slide 4 - Question ouverte
Vertaal: Ik woon in Uithoorn
A
J'habite dans Uithoorn
B
J'habite à Uithoorn
C
J'habite en Uithoorn
D
J'habite au Uithoorn
Slide 5 - Quiz
Vertaal: in Nederland
Slide 6 - Question ouverte
mes qualités sont ...
Slide 7 - Carte mentale
daarom
omdat
want
waar
wanneer
c'est pourquoi
parce que
car
où
quand
Slide 8 - Question de remorquage
Vertaal: Ik zit in 4 havo
Slide 9 - Question ouverte
Mes hobbies sont...
Slide 10 - Carte mentale
Bezittelijk voornaamwoord
Hoe zat het ook alweer met het bezittelijk voornaamwoord in het Frans? Overleg met je buurman/-vrouw en leg elkaar uit welke vormen er zijn en hoe je de juiste vorm bepaalt
Slide 11 - Diapositive
mijn vrienden
uw hotel
mijn familie
onze tenten
mijn hobbies
onze werkervaring
ma famille
mon famille
votre hôtel
notre tentes
vous hôtel
mes hobbies
mes amis
mon hobbies
nos tentes
notre expérience de travail
Slide 12 - Question de remorquage
Werkwoorden
in elke zin
regelmatige en onregelmatige
présent, imparfait, passé composé
betekenis in je woordenboek (zoeken bij het hele werkwoord!)
vervoeging in je Référence
leer: regelmatige werkwoorden en avoir, être, faire, aller, pouvoir, vouloir